This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
3.2 Welvaart en ontwikkeling
Slide 1 - Slide
Programma vandaag
Terugblik paragraaf 1
Bespreken opdrachten paragraaf 1
Uitleg paragraaf 2
Slide 2 - Slide
Sociale ongelijkheid is
A
Groot verschil in arm en rijk tussen mensen
B
Verschillen in afkomst
C
Verschillende bevolkingsgroepen leven door elkaar
D
Verschillende bevolkingsgroepen leven gescheiden
Slide 3 - Quiz
In Nederland is de sociale ongelijkheid....
A
Groot
B
Klein
Slide 4 - Quiz
Sociale ongelijkheid gaat over verschillen in ...
A
inkomen
B
opleidingsniveau
C
levensomstandigheden
D
werkgelegenheid
Slide 5 - Quiz
Regionale ongelijkheid
Sociale ongelijkheid
Slide 6 - Drag question
Sociale ongelijkheid
Regionale ongelijkheid
Slide 7 - Drag question
Koppel het juiste begrip aan het juiste begrip
Koloniale macht
Kolonie
Goedkoop arbeid
Veel grondstoffen
Afzetgebied
Winst
Macht
Slide 8 - Drag question
Het onder koloniaal gezag brengen van grote delen van Afrika, Amerika en Azië door (vooral) Europese staten. Het doel was het dienen van de economische belangen van deze Europese staten.
Kolonie die diende als vestigingsgebied voor Europeanen.
Kolonie waar de nadruk lag op exploitatie van grondstoffen en landbouwproducten.
De ontwikkeling van koloniën naar zelfbestuur en onafhankelijkheid.
kolonialisme
vestigingskolonie
dekolonisatie
exploitatiekolonie
Slide 9 - Drag question
Externe oorzaken
Arm land
Rijk land
Kolonie die door het moederland gebruikt wordt als wingewest
Gebied waar kolonisten zich blijvend vestigen en de kolonie opbouwen, vaak naar voorbeeld van het moederland
Exploitatiekoloniën
Vestigingskoloniën
Slide 10 - Drag question
India en GB
India kolonie van GB
Centrum-periferie relatie GB macht, India afhankelijk van GB
Verstedelijking
Slide 11 - Slide
Verstedelijking
Urbanisatiesgraad =percentage mensen dat in steden woont
Urbanisatiestempo = hoe snel de verstedelijkingsgraad toeneemt.
= urbanisatie
Slide 12 - Slide
Verstedelijking opdracht 4
Vraag E: verband bnp, urbanisatiegraad en tempo?
Urbanisatietempo en graad?
Urbanisatiegraad = hoeveel mensen wonen er in de steden