Notaties van zuur-base reacties

Lesdoelen deze les

  • De leerling kan het verband leggen van een zwak zuur, wanneer deze gekoppeld is aan een goed zout. 
  • De leerling kan een zuur-base-reactie herkennen.  
  • De leerling kan een zuur-base-reactie opstellen.  
  • De leerling kan de notatie geven van een oplossing waar een zuur-base-reactie heeft plaatsgevonden.  
1 / 26
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lesdoelen deze les

  • De leerling kan het verband leggen van een zwak zuur, wanneer deze gekoppeld is aan een goed zout. 
  • De leerling kan een zuur-base-reactie herkennen.  
  • De leerling kan een zuur-base-reactie opstellen.  
  • De leerling kan de notatie geven van een oplossing waar een zuur-base-reactie heeft plaatsgevonden.  

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Verband tussen zout - zuur/base
Zoals je hebt gezien, bestaat sommige zouten ook uit zuren en basen. Wanneer je weet dat je natronloog hebt, wat bestaat uit natriumionen en hydroxideionen, weet je dat als de notatie van de oplossing geweest wordt dat je dit opschrijft: 
Na+ (aq) + OH- (aq) ipv ze aan elkaar. 


Je weet namelijk dat natriumzouten altijd goed oplossen!

Slide 2 - Slide

Onderwijsleergesprek

Voorbeeld met bariumoxide
  • BaO is een zout, wat bestaat uit Ba2+ en O2- ionen.
  • O2- is een sterke base, dus zal volledig ioniseren .
  • O2- neemt H+ op van H2O, waarbij OH- ontstaat.

  • H2O kan zowel als zuur en als base reageren.
  • In dit geval reageert het als zuur: hij staat een H+ af, waarbij OH- overblijft.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Noteer de oplosvergelijking van salpeterzuur

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Geef de juiste notatie van natronloog

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Geef de juiste notatie van zoutzuur

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Zuur-base reacties 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Zuur-base reacties 

  • Een zuur kan een H+ afstaan (H+ donor)
  • Een base kan een H+ opnemen  (H+ acceptor) 
  • Als ze elkaar tegenkomen kunnen ze een reactie aangaan
  • Dan heb je een zuur-base reactie 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Neutraliseren
Zure oplossing: H3O+ (aq)
Basische oplossing: OH (aq)

Deze kunnen reageren:
H3O+ (aq) + OH (aq) → 2 H2O (l)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Zuur-base-reactie
Altijd een reactie van H3O+ met een base

Bij een slecht oplosbaar zout of vast zout, komt het metaalion vrij (sowieso alle oxide-zouten, kijk in je BINAS!)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

zuur-base-reacties
H3O+ + NH3 --> NH4+ + H2O
H3O+ + OH- --> H2
4 H3O+ + 2 O2- -->  6 H2O
H3O+ + CO32- --> HCO3- +  H2O

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Zoutzuur en natronloog
1. Namen en formules:             zoutzuur: H3O+ (aq) + Cl (aq)
                                                        natronloog: Na+ (aq) + OH (aq)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Vb1: zoutzuur en natronloog
1. Namen en formules:         zoutzuur: H3O+ (aq) + Cl (aq)
                                                        natronloog: Na+ (aq) + OH (aq)
2a. Welke deeltjes reageren?                        H3O+ (aq) en OH (aq)
3. Schrijf de zuur-base-reactie op en maak kloppend.
                  H3O+ (aq) + OH (aq) → 2 H2O (l)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Salpeterzuur en magnesiumoxide
1. Namen en formules:          salpeterzuur: H3O+ (aq) + NO3 (aq)
                                               magnesiumoxide: MgO (s)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Vb2: salpeterzuur en magnesiumoxide
1. Namen en formules: salpeterzuur: H3O+ (aq) + NO3 (aq)
                                               magnesiumoxide: MgO (s) 

2. Welke deeltjes reageren                        H3O+ (aq)en MgO
3. Schrijf de zuur-base-reactie op en maak kloppend
                  H3O+ (aq) + MgO (s) → Mg2+ (aq) + H2O (l)
                  2 H3O+ (aq) + MgO (s) → Mg2+ (aq) + 3 H2O (l)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Base + zuur =

(in een juiste verhouding)
A
Nog steeds zuur
B
Nog steeds basisch
C
Neutraal
D
Er zal niets gebeuren

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Bij een zuur-base reactie wordt een...
A
H+ overgedragen.
B
OH- overgedragen.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Zuurbase reacties
Bij een reactie tussen een zuur en een base 
geeft het zuur H+ af aan de base
Je herkent een zuurbase-reactie dus aan 
het verplaatsen van H+ ionen
Voorbeeld:
CH3COOH + OH- --> CH3COO- + HOH (=H2O)
H3O+ (aq) + OH (aq) → 2 H2O (l)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan zuur-base reacties
  1. Noteer: H3O+
  2. Noteer de 'kale' formule van de base: O2-, CO32-, OH-, NH3
  3. Noteer de standaard zuur-base reactie.
  4. Als de beginstoffen oplossingen waren: KLAAR
  5. Als 1 van de beginstoffen een vaste stof was: VERVANG DE FORMULE VAN HET ION DOOR DE FORMULE VAN DE VASTE STOF
  6. Maak de reactievergelijking af (let op het +ion dat na de pijl hoort)

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan zuur-base reacties
  1. Noteer welke deeltjes je hebt.
  2. Omcirkel welke deeltjes gaan reageren.
  3. Noteer de zuur-base reactie en maak eventueel kloppend.

  4. Check; Als de beginstoffen oplossingen waren: KLAAR
  5. Check: Als 1 van de beginstoffen een vaste stof was. EXTRA CHECK
    Controleer of voor de pijl de vast te stof staat en dat
    na de pijl het +-ion genoteeerd staat.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions


BaO + H2O -> Ba2+ + 2 OH-
Is dit een zuurbase reactie?
A
Ja, O2- in BaO reageert als zuur, neemt H+ op.
B
Ja, O2- in BaO reageert als base, neemt H+ op.
C
Ja, O2- in H2O reageert als base, neemt H+ op.
D
Nee, dit is geen zuurbase reactie.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Nog tips!
  • Overdracht van H+ ion(en) van zuur naar base.
  • Zuur heeft dus altijd minstens één H in haar formule, staat meestal     vooraan.
  • Maar lang niet alle stoffen/ionen met H in de formule zijn zuur!
  • Sterk zuur: H3O+(aq) + Z-(aq)
  • Sterk zuur + sterke base: H3O+(aq) + OH-(aq) → H2O(l)

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen deze les

  • De leerling kan het verband leggen van een zwak zuur, wanneer deze gekoppeld is aan een goed zout. 
  • De leerling kan een zuur-base-reactie herkennen.  
  • De leerling kan een zuur-base-reactie opstellen.  
  • De leerling kan de notatie geven van een oplossing waar een zuur-base-reactie heeft plaatsgevonden.  

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Je ontzuurt zoutzuur met vast calciumoxide.
Schrijf de reactievergelijking van deze zuur-base-reactie op (inclusief toestandsaanduidingen)

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Je ontzuurt zoutzuur met kalkwater.
Schrijf de reactievergelijking van deze zuur-base-reactie op (inclusief toestandsaanduidingen)

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Aan de slag!

2, 4, 5, 10, 12, 14, 16, 21, 22,      23, 32 t/m 37, 41, 43

Slide 26 - Slide

This item has no instructions