H2 - §2.4 - Kleuren maken

Welkom in de les
Vandaag:
  • terug blikken op §2.3
  • lesdoelen §2.4
  • instructie §2.4
  • maken opgave uit het boek 
  • afsluiting les

 


§2.4 Kleuren maken
1 / 46
next
Slide 1: Slide
ScienceMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom in de les
Vandaag:
  • terug blikken op §2.3
  • lesdoelen §2.4
  • instructie §2.4
  • maken opgave uit het boek 
  • afsluiting les

 


§2.4 Kleuren maken

Slide 1 - Slide

Vragen §2.3

Slide 2 - Slide

Terugblik

Slide 3 - Slide

Opgave 32

Slide 4 - Slide

Opgave 34

Slide 5 - Slide

Opgave 38

Slide 6 - Slide

Een holle spiegel reflecteert de lichtstralen
A
diffuus
B
divergerend
C
convergerend
D
evenwijdig

Slide 7 - Quiz

Een bolle spiegel reflecteert de lichtstralen
A
diffuus
B
divergerend
C
convergerend
D
evenwijdig

Slide 8 - Quiz

Bij een laserpen is sprake van een:
A
Evenwijdige lichtbundel
B
Convergente lichtbundel
C
Divergente lichtbundel

Slide 9 - Quiz

Welk soort lichtbundel stuurt een vuurtoren uit?
A
Evenwijdig
B
Convergerend
C
Divergerend
D
diffuus

Slide 10 - Quiz

Je leert ...
  • uitleggen hoe een regenboog ontstaat;
  • aangeven uit welke kleuren de regenboog bestaat;
  • uitleggen wat een prisma met wit licht doet;
  • aangeven wat de primaire kleuren bij kleurmenging zijn;
  • benoemen welke kleuren ontstaan als je primaire kleuren mengt;
  • aangeven wat de basiskleuren bij verfmenging zijn;
  • benoemen welke kleuren ontstaan als je de basiskleuren mengt;
  • aangeven wat een filter doet met het licht dat erdoorheen gaat; 

Slide 11 - Slide

Spiegels
Welke kleuren zitten er in de regenboog van buiten naar binnen?

Slide 12 - Slide

De regenboog
Rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo, en violet.
De kleuren van de regenboog noem je het kleurenspectrum.

Slide 13 - Slide

Regenboog
Het zonlicht bestaat uit alle kleuren van de regenboog.
Met een prisma (driehoekig stuk glas) kun je wit licht splitsen in verschillende kleuren. 

Slide 14 - Slide

Kleurfilters
Kleurfilters zijn gekleurde plaatjes van doorzichtig materiaal.

Slide 15 - Slide

Kleurfilters
Kleurfilters laten één kleur licht door en absorberen de andere kleuren.

Slide 16 - Slide

Kleurfilters
Een rood filter laat alleen rood licht door, alle andere kleuren worden door het filter geabsorbeerd.

Slide 17 - Slide

Licht mengen
Bij het mengen van licht gebruik je de kleuren rood, blauw en groen. (de RGB kleuren.)
Dit noem je de primaire kleuren

Slide 18 - Slide

Licht mengen
  • Rood en groen geeft geel.

  • Rood en blauw geeft magenta


  • Blauw en groen geeft cyaan

  • Blauw, groen en rood geeft wit


Slide 19 - Slide

Verf mengen
Als je verf mengt wordt deze donkerder. Elke verfstof absorbeert een andere kleur, zodat er steeds minder wordt gereflecteerd. 


Slide 20 - Slide

Verf mengen
Rode verf mengen met groene verf wordt bruin (bij licht wordt dit geel).

De basiskleuren bij verf zijn:
Rood, blauw en geel.

Slide 21 - Slide

Inkt mengen
De basiskleuren bij inkt mengen zijn:
Cyaan
Magenta
Geel
zwart

Slide 22 - Slide

Alle kleuren die een lichtbron uitstraalt noemt men ook wel een ..?
A
Bron - spectrum
B
Regenboog kleuren
C
Spectra
D
Kleuren-spectrum

Slide 23 - Quiz

Welke kleur licht laat een stukje blauw glas door?
A
alle kleuren
B
alle kleuren behalve blauw
C
alleen blauw
D
geen kleuren

Slide 24 - Quiz

Welke kleur hoort niet bij de zeven kleuren van de regenboog?
A
Rood
B
Groen
C
Paars
D
Violet

Slide 25 - Quiz

wat gebeurt er met de kleuren licht die niet door een filter worden doorgelaten?
A
deze worden door de filter weerkaatst
B
deze worden door de filter geabsorbeerd
C
deze worden omgezet in de kleur van het filter
D
er gebeurt niets mee

Slide 26 - Quiz

Met behulp van welk object kun je wit licht splitsen in alle kleuren van de regenboog?
A
Een spectrum
B
Een prisma
C
Een geodriehoek
D
Een kleurenfilter

Slide 27 - Quiz

Zonlicht is wit, maar bestaat uit verschillende kleuren. Welke kleuren zijn dat?
A
zwart en wit samen
B
rood, blauw en groen
C
rood, oranje, geel groen blauw, indigo en violet
D
cyaan, magenta, geel en zwart

Slide 28 - Quiz

Pak je agenda!
Noteer in het blauwe gedeelte voor de volgende les

  • Lezen §2.4 uit je boek

  • Maak de opgaven: zie huiswerkplanner in Classroom
kies uit
- route groen
- route blauw
- route paars



Slide 29 - Slide

Aan de slag!
Lezen §2.4 uit je boek
Maak de opgaven: 
- zie huiswerkplanner Classroom

kies eventueel uit:
- route groen
- route
- route



Zs

Slide 30 - Slide

Aan de slag!
Lezen §2.4 uit je boek
Maak de opgaven: 
- zie huiswerkplanner Classroom

kies eventueel uit:
- route groen
- route
- route



Zf

Slide 31 - Slide

Wat weten we al?

Slide 32 - Slide

Welke kleur licht wordt door een groen filter doorgelaten?
A
alleen rood
B
alle kleuren licht
C
alleen groen licht
D
groen en rood licht

Slide 33 - Quiz

Welke kleur licht wordt door een blauw filter doorgelaten?
A
geen licht
B
alle kleuren licht
C
alleen groen licht
D
alleen blauw licht

Slide 34 - Quiz

wat gebeurt er met de kleuren licht die niet door een filter worden doorgelaten?
A
deze worden door het filter weerkaatst
B
deze worden door het filter geabsorbeerd
C
deze krijgen de zelfde kleur als het filter

Slide 35 - Quiz

Welke kleur lijkt een voorwerp te hebben als er geen licht op schijnt?
A
wit
B
zwart
C
de kleur van het voorwerp

Slide 36 - Quiz

Een kamer heeft een blauwe muur. Er schijnt wit licht op de muur.
Welke kleur zie je?
A
wit
B
blauw
C
zwart
D
je ziet de muur niet

Slide 37 - Quiz

Een kamer heeft een blauwe muur. Het is helemaal donker in de kamer. Er is alleen een gele lamp aan. Welke kleur zie je?
A
wit
B
blauw
C
geel
D
zwart

Slide 38 - Quiz

Je hebt een wit T-shirt aan met rode letters er op. Wat zie je als er alleen rood licht is?
A
wit T-shirt met rode letters
B
hele T-shirt is wit
C
roos T-shirt met witte letters
D
hele T-shirt is rood

Slide 39 - Quiz

Je hebt een wit T-shirt aan met rode letters er op. Wat zie je als er alleen groen licht is?
A
wit T-shirt met groene letters
B
groen T-shirt met zwarte letters
C
hele T-shirt is groen
D
wit T-shirt met zwarte letters

Slide 40 - Quiz

Hans heeft een trui aan die in zonlicht blauw is.
I Een blauwe trui is een trui die vooral blauw licht absorbeert.
II Een blauwe trui is een trui die vooral blauw licht terugkaatst.

A
I en II zijn niet juist.
B
Alleen I is juist.
C
Alleen II is juist.
D
I en II zijn juist.

Slide 41 - Quiz

Je ligt op het strand. Waar wordt je bruin van?
A
alleen ultraviolet licht
B
alleen infrarood licht
C
zowel infrarood als ultraviolet licht
D
van alle kleuren

Slide 42 - Quiz

Je kunt nu ...
  • uitleggen hoe een regenboog ontstaat;
  • aangeven uit welke kleuren de regenboog bestaat;
  • uitleggen wat een prisma met wit licht doet;
  • aangeven wat de primaire kleuren bij kleurmenging zijn;
  • benoemen welke kleuren ontstaan als je primaire kleuren mengt;
  • aangeven wat de basiskleuren bij verfmenging zijn;
  • benoemen welke kleuren ontstaan als je de basiskleuren mengt;
  • aangeven wat een filter doet met het licht dat erdoorheen gaat; 

Slide 43 - Slide

Ja, dat kan ik.
😒🙁😐🙂😃

Slide 44 - Poll

Voorbereiden op een Toets!
  • Lees de tekst van de paragraaf door;
  • Maak een lijst van de signaalwoorden/begrippen (blauw gedrukte woorden) met de betekenis;
  • Lees 'Samengevat'. Snap je het? Prima, zo niet lees de tekst (of een gedeelte) nog eens door en pak je lijst met signaalwoorden erbij totdat je alles begrijpt.
  • Maak  opgaven, misschien ook uit de groene, blauwe - of paarse route;
  • Kijk je opgaven goed na, weet wat je goed doet en nog niet goed doet.
  • Lees 'Je kunt nu'. Kun je dat? Prima, zo niet maak nog wat opgaven totdat je alles met ja kunt beantwoorden;
  • maak de 'Oefentoets'.

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide