This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
BONJOUR !!!
RÉVISE: adjectif qualificatif
Ofwel: het bijvoeglijk naamwoord
Slide 1 - Slide
Lesdoelen:
Je geheugen opfrissen:
wat is een adjectif ?
hoe pas je het aan aan het zelfstandig naamwoord?
wat is de plaats in de zin?
en welke uitzonderingen zijn er ook al weer?
Dan: oefenen!
Slide 2 - Slide
Adjectif - bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord zegt meer over een zelfstandig naamwoord.
C'est une robebleue.
Het komt ook vaak na een koppelwerkwoord (en dan vooral vaak na een vorm van het werkwoord 'zijn').
La robe est bleue.
Slide 3 - Slide
Het adjectif past zich aan
In het Frans verandert het bijvoeglijk naamwoord zodat het bij het zelfstandig naamwoord past (dat mannelijk, vrouwelijk en/of meervoud is).
Le jean est bleu.
La robe est bleue.
Slide 4 - Slide
BASIS = REGELMATIG
mannelijk vrouwelijk
enkelvoud - e
meervoud -s -es
MAAR: (1) als er al een e staat op het eind, komt er GEEN extra e achter: un jeunegarçon - une jeunefille
MAAR: (2) als er al een s staat op het eind, komt er GEEN extra e achter: un éléphantgris - deux éléphantsgris
Slide 5 - Slide
dus...
We nemen als voorbeeld GROEN = VERT
le sac vert -> mannelijk enkelvoud
la voiture verte -> vrouwelijk enkelvoud
les sacs verts -> mannelijk meervoud
les voitures vertes -> vrouwelijk meervoud
Slide 6 - Slide
Cherchez l'adjectif:
Zoek het bijvoeglijk naamwoord en leg uit (of in stilte in je hoofd, of hardop samen met je buurman/-vrouw) hoe het is aangepast aan het zelfstandig naamwoord.
Ma chambre est petite.
Mon père est intelligent.
Utrecht est une grande ville.
Le prof a les cheveux blonds.
Tu as aussi les yeux bleus?
Slide 7 - Slide
La fleur est ....
A
bleu
B
bleue
Slide 8 - Quiz
Le chat est ....
A
grand
B
grande
Slide 9 - Quiz
Les filles sont ...
A
joli
B
jolis
C
jolie
D
jolies
Slide 10 - Quiz
La robe est ...
A
rouge
B
rougee
Slide 11 - Quiz
ONREGELMATIG
-ON WORDT -ONNE BON / BONNE
-EN WORDT -ENNE ITALIEN / ITALIENNE
-EUX WORDT -EUSE HEUREUX / HEUREUSE
-IF WORDT -IVE SPORTIF / SPORTIVE
-ER WORDT -ÈRE PREMIER / PREMIÈRE
Dit geldt voor alle woorden met deze letters op het einde!
Slide 12 - Slide
NOG ONREGELMATIGER
M V MMV VMV
beau (mooi) -> belle -> beaux -> belles
nouveau (nieuw) -> nouvelle -> nouveaux -> nouvelles
long (lang) -> longue -> longs. -> longues
vieux (oud) -> vieille -> vieux -> vieilles
Slide 13 - Slide
Nous habitons une (...) maison.
A
vieux
B
vieille
C
vieux
D
vieilles
Slide 14 - Quiz
Mes copines ne sont pas très (...)
A
sportif
B
sportive
C
sportifs
D
sportives
Slide 15 - Quiz
C'est une (...) idée!
A
bon
B
bonne
C
bons
D
bonnes
Slide 16 - Quiz
C'est une (...) histoire
A
long
B
longue
C
longs
D
longues
Slide 17 - Quiz
une fleur ....
A
blanc
B
blanche
Slide 18 - Quiz
le ... garçon
A
beau
B
belle
Slide 19 - Quiz
EN OEPS, NOG MEER
Er zijn meer uitzonderingen, die moet je steeds los leren bij nieuwe woorden. De bijzondere vorm staat dan in de vocalijst.
Bijvoorbeeld:
gentil - gentille marron - marron!
blanc - blanche fou - folle
doux - douce gros - grosse
Slide 20 - Slide
PLAATS VAN HET ADJECTIF
Meestal staat het bijvoeglijk naamwoord ACHTER het zelfstandig naamwoord.
C'est une personnegentille.
Maar er zijn een aantal uitzonderingen die VOOR het zelfstandig naamwoord komen.