Epilepsie

Epilepsie
1 / 44
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Epilepsie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij van Epilepsie?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Epilepsie is een aandoening van het centrale zenuwstelsel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Welke vormen van epilepsie zijn er?
A
Clonische, tonische en atonische epilepsie.
B
Partiële en complexe epilepsie.
C
Gegeneraliseerde epilepsie en status epilepticus.
D
Partiële en gegeneraliseerde epilepsie.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Het bewustzijn is gedaald bij een:
A
Eenvoudig partiële aanval
B
Complex partiële aanval

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Welke bewering over het tonisch-clonisch insult is waar?
A
Schokken zien we bij de tonische fase, verkramping tijdens de clonische fase
B
Verkramping zien we tijdens de tonische fase, schokken tijdens de clonische fase

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Epilepsie en verstandelijke beperking
30% van zorgvragers met verstandelijke beperking heeft epilepsie
hoe ernstiger de beperking hoe meer kans op epilepsie
epilepsie kan leiden tot afname geestelijke vermogens
Ziekte van Alzheimer en syndroom van Down

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Noem verpleegkundige interventies/ aandachtspunten die je kunt inzetten bij zorgvragers met epilepsie

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Met welk onderzoek kan je de diagnose epilepsie stellen?



A
EMG
B
Bloedonderzoek
C
EEG

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een status epilepticus?
timer
1:00

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Wat helpt niet met het onderscheiden van een syncope aanval tegen een epileptische aanval?

A
Tellen van aantal trekkingen
B
Schuim op de mond
C
Laterale tongbeet

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

verzorgende aspecten
let op veilige omgeving, aanwezigheid van een begeleider, op de hoogte zijn van het verloop van de aanval, ademhalingswegen vrijmaken en houden, rustig bij  laten komen

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

verzorgende aspecten
controle op verwondingen (tongbeet),persoon niet in bedwang houden,  lichamelijke zorg, stabiele zijligging, alarmeren, rust geven, vragen waar behoefte aan is, kijken waardoor aanval veroorzaakt is, wat rapporteer je? 

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

observatie medicatie
bijwerkingen van de medicatie: misselijkheid, sufheid, traagheid, braken, duizelig

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Aandachtspunten bij de begeleiding

Slide 38 - Mind map

  • Observeren
  • Veilige omgeving
  • aanspreken
  • verstikkingsgevaar
  • ondersteunen bij acceptatie gevolgen epilepsie
  • passende activiteiten aanbieden
  • prikkelarme omgeving
  • Controleren op verwondingen na aanval
  • Lichamelijke verzorging na aanval (verlies urine)
  • Medicatie toedienen (protocol)
  • Medische hulp inschakelen
  • Goed rapporteren
  • Dagboekje bijhouden
begeleidingsaspecten
veiligheidsaspecten, provocerende factoren, bij gebruik van anti- epileptica is een goede mondzorg noodzakelijk i.v.m. ontstekingen, ondersteuning bij accepteren dat men niet overal aan kan deelnemen  

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

begeleidingsaspecten
ondersteunen bij naleven leefregels, medicatie inname controle, voorzorgsmaatregelen om verwondingen tegen te gaan.

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Het doel van deze opdracht is dat je de juiste betekenis van de begrippen van deze ziekte kent.

Geef de juiste betekenis van de volgende begrippen door:
• het begrip in eigen woorden te formuleren;
• een voorbeeld te geven waarbij je het begrip toepast.
1. Aanvallen van epilepsie kunnen heel verschillend zijn. Sinds 2017 is er een onderverdeling naar:
a. waar ze in de hersenen beginnen
b. de gewaarwording van de zorgvrager
c. andere symptomen, zoals bewegingen



7. hallucinaties,
8. convulsieve status:
9. non-convulsieve status:
10. aanvalsserie
11. status epilepticus.


Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Leg uit:
2. focale aanvallen met intacte gewaarwording
3. focale aanvallen met verminderde gewaarwording
4. tonisch-klonische aanvallen
5. absences
6.myoklonische absences
6. 

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Lees onderstaande situatie en beantwoord de volgende vragen.
 (Henske woont op de groep waar jij vandaag stage loopt.) Henske slaakt een kreet waar iedereen van schrikt. Ze verstart en valt op de grond waar ze verstijfd blijft liggen. Haar gezicht is vreemd verwrongen en blauw. Ze bijt op haar tong. Je denkt dat ze niet meer ademt. Ze begint te schudden en schokkerige bewegingen te maken. Haar armen slaan zo nu en dan uit en haar benen trekken. Je ziet dat ze weer een beetje begint te ademen. Daarna ontspannen haar spieren zich enigszins en tot je schrik zie je dat ze haar urine laat lopen. Ze komt langzaam bij en kijkt verdwaasd om zich heen. Ze is erg moe en ziet erg bleek.

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Vragen bij Henske
1. Wat is er met Henske aan de hand?
2. Welke soort aanval heeft zij?
3. Geef in bovenstaande tekst aan waar fase 1 begint en ophoudt, waar fase 2 en waar fase 3.
3. Hoe heet het als de eerste fase zich steeds herhaalt?
4. Wat moet er dan gebeuren?
5. Hoe handel je in deze beschreven situatie? Wees concreet en volledig in de beschrijving van je handelen.

Slide 44 - Slide

This item has no instructions