Woorden met be, ge en ver

Doel van deze les

Ik leer woorden met be, ge en ver schrijven

1 / 11

Slide 1: Slide

SpellingBasisschoolGroep 5,6

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Lesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Doel van deze les

Ik leer woorden met be, ge en ver schrijven

Slide 1 - Slide

Je hoort bu, gu of vur

Je schrijft be, ge of ver

bezoeker

geluid

verkeer

Slide 2 - Slide

Je gaat nu dertig woorden flitsen

Slide 3 - Slide

https:

Slide 4 - Link

https:

Slide 5 - Link

https:

Slide 6 - Link

Schrijf alle woorden nog een keer op een blaadje

Ze staan op de volgende slides

Slide 7 - Slide

vertalen

vertaald

veranderlijk

bezwijken

geleid

vertel

verstoren

belangrijk

gevoelens

verkrampt

Slide 8 - Slide

gemeten

begraven

verband

bestraft

geboorte

vergeven

verspreid

betaald

beleven

beschermd

Slide 9 - Slide

verdiepen

bedriegen

getrouwd

begeleid

gespeeld

verloofd

bemanning

gedronken

verander

verdelen

Slide 10 - Slide

EINDE

Slide 11 - Slide

Woorden met be, ge en ver

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Slide 5 - Link

Slide 6 - Link

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

More lessons like this

Thema 3, week 2 Les 6 woorden met voorvoegsels

Oefeningen Farida

De stomme e (2)

De stomme e (3)

Spelling Controle 1-4

De stomme e (1)

Woorden met be-ge-ver

Spelling woorden met ge-, be-, en ver-.