H4 krachten

§ 4.1 krachten
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§ 4.1 krachten

Slide 1 - Slide

Krachten
4.1   Krachten
4.2  Krachten en versnelling
4.3  Snelheid
4.4  Hefbomen

Slide 2 - Slide

Wat weet je al over krachten?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

Waarom werd het publiek zo enthousiast bij de prestatie van Behdad Salimi?

Slide 5 - Slide

§4.1 Krachten 
Lesplanning:
Bespreken toets
Uitleg §4.1 
Opgaven §4.1 maken
Afsluiting

Slide 6 - Slide

1: de eenheid van kracht is?
2: afkorting van kracht is?
A
1: kilogram, 2: F
B
B. 1:Force, 2: F
C
C. 1: Newton, 2: N

Slide 7 - Quiz

Als een kracht groter is, dan is het effect van een kracht ook groter.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Krachten kunnen een vorm van een voorwerp veranderen
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Welke krachten zijn er?
1) Noem een kracht
2) Leg uit wat het is

Slide 10 - Slide

Tegenwerkende kracht
  • Tegenwerkende krachten zijn krachten die er voor zorgen dat het voorwerp wordt tegengehouden. 

  • De tegenwerkende krachten werken altijd in de tegengestelde richting van de beweging.

  • Voorbeelden van tegenwerkende krachten zijn:
luchtweerstand, wrijving, rolwrijving (wrijving met wielen), remkracht.

Slide 11 - Slide

We weten nu wat een tegenwerkende kracht is, maar kun je dit ook uitwerken voor een meewerkende kracht?

Slide 12 - Open question

Resulterende kracht 
Meer meewerkende krachten
Resultante kracht vooruit
Versnelling
Evenveel tegenwerkende als meewerkende krachten
Geen resultante kracht
Constante snelheid
 (of stilstaan)
Meer tegenwerkende krachten
Resultante kracht achteruit
vertraging

Slide 13 - Slide

Sleep het antwoord naar de juiste plek
De voortstuwende kracht is groter dan de tegenwerkende kracht, dan is de resulterende kracht ____________________ en ______________________.
De voortstuwende kracht is gelijk aan de tegenwerkende kracht, dan is de resulterende kracht ____________________ en ______________________.
Positief of negatief
gelijk aan 0 N
Het voorwerp versneld
de snelheid is constant

Slide 14 - Drag question

Vorige keer (4.1)
Meewerkende krachten
Tegenwerkende krachten
Het verschil hiertussen heet de 
resulterende kracht 

Slide 15 - Slide

Vorige keer (4.1)
Meewerkende krachten
Tegenwerkende krachten
Zijn gelijk als het voorwerp een constante snelheid heeft 

Slide 16 - Slide

              formule hefboom
Evenwicht
- kracht1 x arm1 = kracht2 x arm2
- F1 x l1 = F2 x l2
het is de l van lengte, geen
hoofdletter i


Slide 17 - Slide