Namenbank Schrijfopdracht les 2 van 3

Betekenis voornaam opgezocht en vragen beantwoord. 
Verdieping in achternamen en verder onderzoek naar je eigen naam. 
Ga verder met je onderzoek naar je achternaam en schrijf een tekstje over wat je hebt ontdekt. 
Nederlands
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Betekenis voornaam opgezocht en vragen beantwoord. 
Verdieping in achternamen en verder onderzoek naar je eigen naam. 
Ga verder met je onderzoek naar je achternaam en schrijf een tekstje over wat je hebt ontdekt. 
Nederlands

Slide 1 - Slide

Dit hebben we vorige lessen gedaan (2 slides):


- Weet jij wat je naam betekent?
- Ben je vernoemd of komt je naam ergens anders vandaan?

Slide 2 - Slide

Opdracht 
1. Schrijf in eigen woorden op wat je naam misschien wel betekent
2. Wist jij al wat je voornaam betekent?
3. Vind je de betekenis van je voornaam bij jezelf passen?
Leg uit waarom wel/niet.

Slide 3 - Slide

Opdracht voornaam
Je vindt de link naar de voornamenbank in SOM.

1.      Hoeveel mensen zijn er in je geboortejaar met jouw voornaam geboren?
2.     Vind je dat veel of weinig?
3.     Hoeveel mensen met jouw voornaam wonen er in jouw woonplaats?
4.     Ken je (een paar van) deze mensen?
5.     In welke plaats wonen de meeste mensen met jouw naam?

Slide 4 - Slide

Vandaag: achternamen
- Toponiem (adresnaam/herkomstnaam)
- Beroepsnaam
- Adjectief/persoonstype (bijvoeglijk naamwoord, eigenschap)
- Andere taal/dialect
- Betrekking (bijnaam, voor als mensen dezelfde naam hadden)
- Patroniem (pater = vader, vader/zoon van iemand)
- Zinswoord (gekke zinnen of uitspraken in één naam)


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Opdracht (zelf aan de slag)
Achternamenbank: https://www.cbgfamilienamen.nl/nfb/
Schrijf je antwoorden op volgende vragen op: 
6.      Weet jij waar jouw achternaam vandaan komt of wat het betekent?
7.       Welke verklaring geeft de familienamenbank voor jouw achternaam?8.      Wat zijn de kenmerken van jouw achternaam?
9.       In welke streek van Nederland wonen de meeste mensen met jouw   achternaam?
10.     Verbaast dat je of heb je daar ook veel familie wonen?
timer
20:00

Slide 7 - Slide

Opdracht achternamen
Gebruik je eigen achternaam.
Als je eigen achternaam er niet in staat, heb je een heel unieke achternaam.
Kies dan een naam van iemand die je kent of verzin zelf een logische betekenis bij vraag 7 en 8.
Gebruik je fantasie!

Als je klaar bent, mag je ook een gekke naam opzoeken, om te kijken of die bestaat.


Slide 8 - Slide

Wat maakt een
tekst goed?

Slide 9 - Mind map

Vormeisen

- Je hebt een logisch begin en een goede afsluitende zin.
- Je let op spelling, hoofdletters en punten.
- Als je tekst langer is dan 5/6 zinnen, verdeel je hem in alinea's (geleerd in hoofdstuk 2)

Slide 10 - Slide

Je gaat een tekstje schrijven

- Schrijf een eerste versie van je tekst (verslag) op basis van je antwoorden over je voor- en achternaam
- Let op de opbouw: beginzin, alinea's, afsluitende zin.  
- Voor iedereen is anders wat je hebt gevonden.
- Als je iets niet kon vinden, geef je daar een verklaring voor.

Slide 11 - Slide

Huiswerk volgende les
Werk verder aan je tekst over wat je hebt ontdekt over je namen en wat je daarvan vindt. Gebruik de antwoorden die je op de vragen hebt gegeven in je tekst. 
De tekst moet een logische beginzin en een logische eindzin hebben. 

Zorg dat je voldoet aan de taalregels. 
Let dus op je spelling, hoofdletters en punten.
Neem je tekst volgende les mee, zodat je eraan verder kunt werken!

Slide 12 - Slide