This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
H8 par. 4
Nederland
en het
buitenland
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Je kunt uitleggen wat internationale handel is.
Je kunt het belang van een stabiele en betrouwbare overheid uitleggen.
Je kunt uitleggen dat internationale handel leidt tot vraag en aanbod van valuta en een verandering van de wisselkoers.
Slide 2 - Slide
Enkele vragen...
Slide 3 - Slide
Wat geeft de lorenzcurve aan...
A
De inkomensongelijkheid van een land
B
De koopkracht van een land
C
De alfabetiseringsgraad van een land
D
De ontwikkelingsgraad van een land
Slide 4 - Quiz
Na heffing van inkomstenbelasting en verstrekken van uitkeringen is de inkomensverdeling de ... inkomensverdeling
A
primaire
B
secundaire
Slide 5 - Quiz
In Nederlands is de .1. inkomensverdeling schever dan de .2. inkomensverdeling
A
1 = primair
2 = secundair
B
1 = secundair
2 = primair
Slide 6 - Quiz
Zonder overheidsingrijpen is de inkomensverdeling de ... inkomensverdeling
A
primaire
B
secundaire
Slide 7 - Quiz
Nivelleren is
A
de inkomensverschillen worden groter
B
De inkomensverschillen worden kleiner
Slide 8 - Quiz
Bij een progressief belastingstelsel
A
Hoe hoger je inkomen hoe meer belasting je procentueel betaald
B
iedereen betaald procentueel evenveel belasting
C
Hoe hoger je inkomen hoe minder je procentueel aan belasting hoeft te betalen.
D
iedereen betaald belasting
Slide 9 - Quiz
Rutte verdient €120.000 euro. Hoe moet hij belasting betalen?
A
Hij betaalt 52% over zijn gehele inkomen.
B
Hij betaalt geen belasting
C
Hij betaalt belasting volgens het schijvensysteem.
D
Hij betaalt 32% over zijn gehele inkomen
Slide 10 - Quiz
Nederland en het buitenland.
Slide 11 - Slide
EXPORT
IMPORT
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Internationale concurrentie 1/3
Alle landen concurreren met elkaar. Iedereen wil en moet immers geld verdienen. Soms gaat die concurrentie over specifieke producten of diensten, andere keren over productie.
Slide 14 - Slide
Internationale concurrentie 2/3
De rol van de overheid is hierin belangrijk. Wat doet een overheid nou eigenlijk hierin?
Als deze dingen samen noemen we het vestigingsklimaat.
Slide 16 - Slide
Wisselkoers
De wisselkoers is de prijs van een bepaalde munt, uitgedrukt in een andere valuta.
Een koers van de euro van $0,87 betekent dat de prijs van 1 euro 87 dollar-cent bedraagt.
Slide 17 - Slide
Vraag en aanbod 1/2
De wisselkoers van een munt komt tot stand door vraag en aanbod op de valutamarkt.
Slide 18 - Slide
Vraag en aanbod
Vragers op de valutamarkt zijn alle buitenlandse partijen die de valuta nodig hebben om in het betreffende land iets te kunnen kopen / te kunnen beleggen / te kunnen investeren.
Aanbieders op de valutamarkt zijn alle binnenlandse partijen die iets in het buitenland willen kopen / investeren / beleggen / enz. Daarvoor moeten zij hun eigen munt omruilen (aanbieden) voor de benodigde vreemde valuta.
Slide 19 - Slide
Geld kost geld
Als de koers van een munt stijgt, moet je meer betalen voor die munt. Voorbeeld: de koers stijgt van £ 1 = € 1,25 naar £ 1 = € 1,30.
De munt wordt duurder en daarmee moet een buitenlander ook meer betalen voor de producten uit dat land.
In zo’n geval blijft de prijs van de producten in £ hetzelfde, maar je moet er wel meer euro’s ervoor betalen.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Resumerend
De lesdoelen waren:
Je kunt uitleggen wat internationale handel is.
Je kunt het belang van een stabiele en betrouwbare overheid uitleggen.
Je kunt uitleggen dat internationale handel leidt tot vraag en aanbod van valuta en een verandering van de wisselkoers.