De infinitief is het hele werkwoord, maar dat moet je niet verwarren met de meervoudsvorm van de persoonsvorm tegenwoordige tijd.
Hoe kom je daarachter? De werkwoorden die van tijd veranderen zijn persoonsvormen, de andere niet.
Wij willen morgen gaan wandelen.> Wij wilden morgen gaan wandelen.
'Gaan' en 'wandelen' veranderen niet. Dit zijn dus infinitieven.
Jullie zullen straks blijven.>Jullie zouden straks blijven.
'blijven' verandert niet. Dit is dus een infinitief.