Terugblik stromingen extreem

Terugblik extremistische stromingen
1 / 15
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Terugblik extremistische stromingen

Slide 1 - Slide

Bij het communisme:
A
Zijn er grote verschillen tussen arm en rijk
B
Zijn er officieel geen verschillen tussen arm en rijk
C
Worden andere rassen als minderwaardig gezien
D
Zijn bedrijven in handen van particuliere ondernemers

Slide 2 - Quiz

Het anarchisme komt voor in de Nederlandse politiek
A
Dat klopt
B
Dat klopt niet

Slide 3 - Quiz

Het communisme is
A
Een ideaal wat uitgaat van vrijheid boven gelijkheid
B
Een ideaal wat uitgaat van gelijkheid boven vrijheid
C
Een ideaal wat bestaat uit vraag en & aanbod
D
Een systeem die kansen vergroot voor loonwerkers

Slide 4 - Quiz

Politiek anarchisme houdt in dat
A
We een soeverein nodig hebben anders vervallen we tot de natuurtoestand
B
De proletariërs aan de macht moeten komen
C
Mensen samen moeten regeren door met elkaar in discussie te gaan
D
Dat je geen staat wil

Slide 5 - Quiz

Wat is het communisme?
A
Politiek systeem waarbij de vrije markt een grote rol speelt
B
Politiek systeem waarbij de productiemiddelen van iedereen zijn
C
Politiek systeem waarbij de burgers de macht hebben
D
Politiek systeem waarbij iedereen gelijk is

Slide 6 - Quiz

Het fascisme is....
A
een linkse ideologie
B
een rechtse ideologie

Slide 7 - Quiz

Op welk punt is fascisme anders dan nazisme?
A
jodenhaat
B
geweld is goed
C
tegen democratie
D
trots op eigen volk

Slide 8 - Quiz

Het nazisme is samengesteld uit de woorden
A
Natie en liberalisme
B
Nationalisme en racisme
C
Natio en socialisme
D
Nationalisme en socialisme

Slide 9 - Quiz

De overheid moet zo weinig mogelijk taken hebben om burgers te beschermen tegen machtsmisbruik.
A
Anarchisme
B
Nazisme
C
Conservatisme

Slide 10 - Quiz

Wat is fascisme?
A
een antidemocratische, totalitaire en nationalistische beweging
B
een antidemocratische beweging die streeft naar een maatschappij zonder privébezit
C
verheerlijking van alles wat met het leger te maken heeft
D
het gevechtsklaar maken van het leger voor de oorlog

Slide 11 - Quiz

Het is goed een leider te hebben die maatregelen door kan voeren om het beste uit het volk naar boven te halen.
A
Anarchisme
B
Nazisme
C
Conservatisme

Slide 12 - Quiz

Wat is niet een overeenkomst tussen het fascisme en het nazisme?
A
antisemitisme
B
militarisme
C
totalitarisme
D
nationalisme

Slide 13 - Quiz

Welke omschrijving hoort bij het nazisme?
Welke omschrijving hoort bij het nazisme?
A
Alleen mensen die wonen in een bepaalde streek/land horen erbij
B
Alleen mensen met de juiste biologische kenmerken horen erbij
C
Alleen mensen met een bepaalde religie horen erbij
D
Alleen mensen met een bepaalde status horen erbij

Slide 14 - Quiz

Het communisme is...
A
een linkse ideologie
B
een rechtse ideologie

Slide 15 - Quiz