Socialezekerheidsrecht les toeslagen

Wat wordt de hoogte van het toetsingsinkomen van Jan die een belastbaar jaarinkomen in 2020 had van € 20.000. Maar met ingang van 1 januari 2021 twee uur per week minder gaat werken en daarmee ongeveer € 1.000 minder zal verdienen in 2020?
1 / 11
next
Slide 1: Open question
SocialezekerheidsrechtMBOStudiejaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Wat wordt de hoogte van het toetsingsinkomen van Jan die een belastbaar jaarinkomen in 2020 had van € 20.000. Maar met ingang van 1 januari 2021 twee uur per week minder gaat werken en daarmee ongeveer € 1.000 minder zal verdienen in 2020?

Slide 1 - Open question

Wat wordt het toetsingsinkomen van Jan die 20.000 verdiende in 2020 als hij niet minder gaat werken, maar promotie krijgt en waarschijnlijk een stijging van inkomsten van € 1500 per jaar zal hebben in 2021?

Slide 2 - Open question

Aanvrager Piet (40) en zijn broer Jan (38) blijven na het overlijden van hun ouders samen in het ouderlijk huis zijn wonen.

Zijn zij toeslagpartners?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

Aanvrager Sjors (50) woont met zijn vrouw Anita (47) en hun 21-jarige zoon in een huurhuis.

Zijn hier toeslagpartners?
A
Ja, Sjors en Anita
B
Ja, Sjors, Anita en zoon
C
Nee, want meerpersoonshuishouden

Slide 4 - Quiz

Aanvrager Leontien (38) woont, na de scheiding van haar man, samen met haar 23-jarige zoon en haar 19-jarige pleegdochter.

Zijn hier toeslagpartners?
A
Ja, Leontien en ex-man
B
Ja, Anita, zoon en pleegdochter
C
Ja, Anita en pleegdochter
D
Nee, want kinderen zijn geen toeslagpartner

Slide 5 - Quiz

Aanvrager Zakaria heeft de zolderetage van zijn herenhuis verhuurd aan een 23-jarige student.

Zijn zij toeslagpartners?
A
Ja, want zij voeren een gezamenlijke huishouding
B
Nee, want huurders zijn geen toeslagpartner

Slide 6 - Quiz

John (21) woont op kamers in een studentenhuis. Hij deelt de keuken en douche. Hij betaalt € 250 per maand.

Heeft John recht op huurtoeslag?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Mo (30) die met zijn vrouw en twee kinderen in een eengezinswoning woont. Hij betaalt aan huur € 500. Het gezamenlijke toetsingsinkomen bedraagt
€ 28.000.

Heeft Mo recht op huurtoeslag?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Mo (30) die met zijn vrouw en twee kinderen in een eengezinswoning woont. Hij betaalt aan huur € 500. Het gezamenlijke toetsingsinkomen bedraagt
€ 28.000.
Nu komt de broer van Mo die 25 jaar oud is bij het gezin inwonen. Hij ontvangt aan inkomen € 2000 per maand.

Heeft Mo recht op huurtoeslag?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Geraldine (29) woont met haar vriend (34) in een huurhuis van € 400 per maand.

Heeft Geraldine recht op huurtoeslag?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Inge (geboren d.d. 1 januari 1986) en Arno (geboren d.d. 1 maart 1985) wonen in een flat en hebben twee kleine kinderen (1 en 3 jaar). Zij betalen € 450 aan kale huur. Daarnaast betalen zij € 15 aan energiekosten en € 15 aan schoonmaakkosten voor de gemeenschappelijke ruimten. Het toetsingsinkomen van Arno is € 16.000 en dat van Inge is € 6.000. Zij hebben elk een vermogen van € 3.500.
Opdracht: bereken met het rekenhulpprogramma op de site www.toeslagen.nl de huurtoeslag die Inge en Arno in 2021 kunnen ontvangen.

Slide 11 - Open question