Basis 3 - Woordvolgorde

Grammatica
Tijdens het bespreken en oefenen van de grammatica is het belangrijk dat je zelf de inschatting maakt of je mee moet schrijven of niet. 
Het is je eigen verantwoordelijkheid.

Als je extra hulp vraagt van je docent, kan deze vragen naar je aantekeningen. 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Grammatica
Tijdens het bespreken en oefenen van de grammatica is het belangrijk dat je zelf de inschatting maakt of je mee moet schrijven of niet. 
Het is je eigen verantwoordelijkheid.

Als je extra hulp vraagt van je docent, kan deze vragen naar je aantekeningen. 

Slide 1 - Slide

Grammar 8; word order
Woordvolgorde

Slide 2 - Slide

Weet jij nog wat de Engelse woordvolgorde is?

Slide 3 - Mind map

Examples
He yesterday lost his wallet.
                             He lost his wallet yesterday.
                             Yesterday he lost his wallet.
She was this morning at school.
                              She was at school this morning.

Slide 4 - Slide

Uitleg



  • Bijwoorden van tijd (always, often etc) staan VOOR het ww.
  • Behalve bij TO BE (am/are/is/was/were), daar staan ze achter.
  • Wanneer mag soms vooraan om nadruk te leggen. 

Slide 5 - Slide

Schrijf de woordvolgorde op die je net hebt geleerd.

Slide 6 - Open question

Oefening 1
3 meerkeuze vragen

Slide 7 - Slide

Kies de juiste zin.
A
Never does she the cooking.
B
She does never the cooking.
C
She never does the cooking.
D
The cooking she never does.

Slide 8 - Quiz

Kies de juiste zin.
A
I do like Mondays not.
B
I do not Mondays like.
C
Mondays I like do not.
D
I do not like Mondays.

Slide 9 - Quiz

Kies de juiste zin.
A
The reporter is running to his car.
B
The running is reporter to his car.
C
The reporter to his car is running.
D
Running is the reporter to his car.

Slide 10 - Quiz

Uitleg - remember...?



  • Bijwoorden van tijd (always, often etc) staan VOOR het ww.
  • Behalve bij TO BE (am/are/is/was/were), daar staan ze achter.
  • Wanneer mag soms vooraan om nadruk te leggen. 

Slide 11 - Slide

Oefening 2
3 open vragen.

Slide 12 - Slide

Zet in de juiste volgorde:
to the - walks - Jason - station - always

Slide 13 - Open question

Zet in de juiste volgorde:
in my room - I - like - in the evening - to drink tea.

Slide 14 - Open question

Zet in de juiste volgorde:
in Dublin - all his live - has - Jack - lived

Slide 15 - Open question

Uitleg - remember...?



  • Bijwoorden van tijd (always, often etc) staan VOOR het ww.
  • Behalve bij TO BE (am/are/is/was/were), daar staan ze achter.
  • Wanneer mag soms vooraan om nadruk te leggen. 

Slide 16 - Slide

Einde van de uitleg
Kijk op het bord voor de rest van de les. 

Slide 17 - Slide