Interview verslag schrijven

Interviewverslag schrijven
Praktische opdracht.
Lees goed de opdracht door! 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Interviewverslag schrijven
Praktische opdracht.
Lees goed de opdracht door! 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
H45 Je weet wat een goed interview is en je kan een goed interview houden
H25 Je kan de tekst indelen in alinea’s, waarin zinnen elkaar logisch opvolgen
H26 Je kan verbanden tussen alinea’s aangeven
H40/41 Je kan een tekst schrijven met een inleiding, een kern en een slot


• I

Slide 2 - Slide

Een interviewverslag schrijven
Je kunt op twee verschillende manieren een interviewverslag schrijven: 

* letterlijk interviewverslag 
* samenvattend interviewverslag

Slide 3 - Slide

Letterlijk interviewverslag
Je schrijft de vragen en antwoorden letterlijk op. De vragen maak je vet en in de antwoorden laat je onbelangrijke dingen weg. 
voorbeeld: 
Opa, hoe ging u vroeger naar school? 
'We moesten gewoon lopend naar school natuurlijk, of het nu stormde, regende of sneeuwde. Er was een pad dwars door de weilanden heen. We liepen gewoon tussen de koeien. Onze schoenen zaten dus vaak onder de  stront en daarom moest ik ze dan op de gang laten staan.'

Slide 4 - Slide

Samenvattend interviewverslag
Je laat de vragen weg. Antwoorden vat je samen in eigen woorden en wissel je af met citaten van de geïnterviewde persoon. 

Voorbeeld: 
Op de boerderij waar mijn opa woonde had hij geen eigen kamer zoals wij nu allemaal gewend zijn. Alle kinderen sliepen op zolder, op een zak met stro. Gelukkig heeft mijn opa geen hooikoorts. 'We hadden helemaal niks voor onszelf,' mompelt hij. 

Slide 5 - Slide

Je schrijft de vragen en antwoorden letterlijk op.
A
samenvattend interviewverslag
B
letterlijk interviewverslag

Slide 6 - Quiz

Op de boerderij waar mijn opa woonde had hij geen eigen kamer zoals wij nu allemaal gewend zijn. Alle kinderen sliepen op zolder, op een zak met stro. Gelukkig heeft mijn opa geen hooikoorts. 'We hadden helemaal niks voor onszelf,' mompelt hij.
A
letterlijk interviewverslag
B
samenvattend interviewverslag

Slide 7 - Quiz

In een samenvattend interviewverslag vat je antwoorden samen en wissel je af met citaten van de geïnterviewde persoon.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Opdracht: interview filmen
  1. Bedenk wie je wilt interviewen; ga hier op school op zoek naar een voor jou inspirerend persoon, waar je heel graag wat meer van wilt weten (geen  klasgenoten)
  2. Stel voor het interview 8  open vragen op. 
  3. Neem het interview af.
  4. Probeer tijdens het interview goed door te vragen. 
  5. Film het interview of neem het geluid op. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Bekijk het volgende filmpje 
Zo moet het dus niet..... ;-)

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

En hoe kan het wel....
Eva Jinek heeft de Sonja Barend Award gewonnen vanwege het beste interview van het jaar..
Bekijk het volgende filmpje...

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Opdracht: interview 
stap 1:
Neem het interview af en film het (je mag ook alleen het geluid opnemen). 

Slide 15 - Slide

Opdracht: interviewverslag schrijven
stap 2:
  • Je gaat een samenvattend interviewverslag schrijven. 
  • Lees of luister het interview dat je hebt opgenomen en uitgeschreven nog een keer. 
  • Typ het samenvattend interviewverslag in Word.
  • Let daarbij goed op het volgende:

Slide 16 - Slide

1: Citeren
Een citaat is een stukje tekst waarin je letterlijk opschrijft wat iemand heeft gezegd. Interpunctie (het gebruiken van leestekens) is hier heel belangrijk. Daarmee maak je duidelijk dat het niet jouw woorden zijn, maar die van een ander. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

4 manieren van citeren:

  1. Frank zegt: 'Bij mij zouden de lessen later beginnen.'
  2. 'Bij mij,' zegt Frank, 'zouden de lessen later beginnen.'
  3. 'Bij mij zouden de lessen later beginnen,' zegt Frank. 
  4. 'Bij mij zouden de lessen later beginnen.'

Slide 19 - Slide

2: Afwisselen woordkeus
Als je een tekst schrijft, herhaal je niet te veel dezelfde woorden.

Je kunt herhaling vermijden door: 
- een synoniem: opa - grootvader; 
- een omschrijving: opa - de oude baas; 
- een verwijswoord: opa - hij 

Slide 20 - Slide

Afwisselen van woordkeus
In plaats van het werkwoord zeggen of vertellen kun je in een interviewverslag ook schrijven: 

* vervolgens, aanduiden, toelichten, vinden, antwoorden 
'Het is natuurlijk een eer dat ik gevraagd ben', vervolgt / vindt / zegt / antwoordt Anita. 

Slide 21 - Slide

Afwisselen van woordkeus
In plaats van het werkwoord zeggen of vertellen kun je in een interviewverslag ook schrijven: 

* mompelen, schreeuwen, fluisteren 
Hierdoor maak je duidelijk wat het gevoel is van de geïnterviewde.
'Het is natuurlijk een eer dat ik gevraagd ben', mompelt / fluistert / schreeuwt Anita.'

Slide 22 - Slide

na het schrijven
controleer je interpunctie ( zie volgende dia )
controleer je woordkeus ( zie volgende dia)
controleer je spelling en grammatica

Slide 23 - Slide

Indeling
In de inleiding vertel je wie je hebt geïnterviewd en waarom. 
In de kern noteer je in een verslag, dus zonder de vragen, de antwoorden in een mooi samenhangend verslag.
In het slot vat je het belangrijkste samen en vertel je hoe het allemaal is gegaan.

Slide 24 - Slide

Opdracht: interpunctie 
Pak je interviewverslag erbij. 
Controleer de interpunctie (het gebruiken van leestekens) van je interviewverslag. 
Als het nodig is, verbeter je de interpunctie. 

Slide 25 - Slide

Opdracht: woordkeus 
Controleer de afwisseling in woordkeus.
Als het nodig is, breng afwisseling in woordkeus aan. 
Verbeter je interviewverslag.

Slide 26 - Slide

Opdracht: spelling, grammatica 
Controleer de spelling en grammatica.
Als het nodig is verbeter je interviewverslag.

Slide 27 - Slide

Opdracht: inleveren
Wat lever je in:
  • samenvattend interviewverslag
  • kijk goed naar het beoordelingsformulier, zo vergeet je niets
pitch: 
  • in de klas hou je een pitch over het interview



Slide 28 - Slide

Beoordeling: 

Op tijd inleveren: 10

Pitch: 10
• Houding
• Duidelijk verstaanbaar
• Taalgebruik
• Goede zinnen
• Tijd





Interviewverslag: 80
opbouw: 20
• inleiding
• kern
• slot
• gebruik van signaalwoorden

inhoud: 30
• antwoorden verwerkt in een verslag
spelling/zinsbouw: 20
creativiteit: 10
• goed uitgewerkt en pakkend geschreven

Slide 29 - Slide