Klik voor hulp bij vraag a op het oogje bij de grafiek.
Let op!: Het gaat nu om een verschilgrafiek. Dus -16 - 5 = -21
-16
5
Slide 13 - Slide
Opdracht 1
Kijk naar de formule. In de opdracht staat dat n het aantal letters is dat een codewoord heeft. Door n in te vullen in de formule krijg je de tijd (in seconden) die het de computer kost om de code te kraken.
Voer n=0, n=4, n=8, n=12, n=16 en n=20 in de formule in en zet de uitkomensten in de tabel.
Door de bijbehorende n in te vullen in de formule krijg je een tijd in seconden. Maar de vraag is hoeveel uren is de computer bezig om de code te kraken.
Hoe ga je van seconden naar uren? Zoek het op als je het niet weet.
Slide 14 - Slide
Opdracht 2
x=-2 invullen in de formule geeft ...
Kijk naar -3 in de formule.
Slide 15 - Slide
Opdracht 5
Je neemt het assenstelsel over en je verschuift grafiek A 6 omhoog.