WI 1HV P5 H10 W2 10.5 - Bordjes leggen

H9 - Formules en Vergelijkingen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H9 - Formules en Vergelijkingen

Slide 1 - Slide

Schrijf deze formule korter:
200- tijd in uren x 2,5 = lengte kaars

Slide 2 - Mind map

Wat zijn de variabelen in de
formule hieronder?
q = 12y + 2m + 3p

Slide 3 - Mind map

Vereenvoudig de volgende formules
a. b = -100 - 10m - 3m + 40
b. -20r + 4t + 8r + 20t + 13 = h

Slide 4 - Open question

Henkie vereenvoudigt de volgende formule
b = -100 - 10m - 3m + 40 naar 140 - m = b.
Wat gaat er fout?
Wat is de correcte vereenvoudiging?

Slide 5 - Open question

p=3q+2(q30)
Geef de uitkomst als q = 2.
Noteer je tussenstappen onder elkaar.

Slide 6 - Mind map

Geef de uitkomst y als p = 6 en p = -3 bij de volgende formules:
Er zijn dus twee antwoorden per formule.
a. y = p x p + 5
b. y = 10p + 30

Slide 7 - Open question

Geef aan welke de vergelijkingen zijn.
a. 3q = 6
b. 3q + 2 = p
c. 20 = 4x + 6
d. c = 4b + 6
A
a, b
B
b, c
C
c, d
D
a, c

Slide 8 - Quiz

Welke uitspraak past het beste bij "een vergelijking oplossen"?
A
Het antwoord uitrekenen.
B
Het antwoord uitrekenen zodat de vergelijking klopt.
C
De variabele uitrekenen m.b.v. de bordjesmethode.
D
De variabele uitrekenen zodat de vergelijking klopt.

Slide 9 - Quiz

10.5 Bordjes leggen

Ik kan vergelijkingen oplossen m.b.v. de bordjesmethode.

Slide 10 - Slide

Waar komt het bordje te staan bij de vergelijking?
En wat komt er op het bordje te staan?


320 - 15p = 140
A
bordje op 320 op bordje komt: 460
B
bordje op 320 -15p op bordje komt: 180
C
bordje op 15p op bordje komt: 180
D
bordje op -15p op bordje komt: 180

Slide 11 - Quiz

Los onderstaande vergelijking op. Laat al je stappen zien (inclusief de controle)

320 - 15p = 140

Slide 12 - Open question

Los onderstaande vergelijking op. Laat al je stappen zien (inclusief de controle)

5q - 3q - 15 = 10

Slide 13 - Open question

5x + 10 = 50 
5(3x + 20) = 250 
4(2x+1)=28 
3x + 20 = 50 
x = 10
x = 1,75
5x = 40 
3x = 30 
2x = 3,5
x = 8 
2x + 1 = 7

Slide 14 - Drag question

Enquete Leerdoelen
Geef in de volgende slides aan hoe je er voor staat bij de afgelopen leerdoelen.

Slide 15 - Slide

Ik kan formules korter schrijven door woorden te vervangen met letters.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Ik kan formules vereenvoudigen door gelijksoortige termen en variabelen samen te nemen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Ik kan rekenenen met formules door variabelen te vervangen door getallen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Ik kan de oplossing vinden door in te vullen

😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Ik kan rekenenen met formules door variabelen te vervangen door getallen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Ik kan de oplossing vinden door in te vullen.

😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Ik kan vergelijkingen oplossen m.b.v. de bordjesmethode.

😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Zelfstandig werken
Huiswerk:
Maken en nakijken werkblad. (Zie teams)


Slide 23 - Slide