4H - 207

Welkom!

Pak je spullen:

Dit lesuur:

Planning bekijken (5 min)
HW bespreken (15 min)
Samen opdr. 51 (10 min)
Uitleg 2.5 ?

1 / 28

Slide 1: Slide

NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom!

Pak je spullen:

Dit lesuur:

Planning bekijken (5 min)
HW bespreken (15 min)
Samen opdr. 51 (10 min)
Uitleg 2.5 ?

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Bij een serieschakeling geldt:

Bij een parallelschakeling
geldt:

R^{​ t o t ​ ​} = R^{​ 1 ​ ​} + R^{​ 2 ​ ​} + . . .

\frac{​ 1 ​ ​}{​ R ^{​ t o t ​ ​} ​} = \frac{​ 1 ​ ​}{​ R ^{​ 1 ​ ​} ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ R ^{​ 2 ​ ​} ​} + . . .

U^{​ t o t ​ ​} = U^{​ 1 ​ ​} + U^{​ 2 ​ ​} + U^{​ 3 ​ ​} + . . .

I^{​ t o t ​ ​} = I^{​ 1 ​ ​} = I^{​ 2 ​ ​} = I^{​ 3 ​ ​} = . . .

I^{​ t o t ​ ​} = I^{​ 1 ​ ​} + I^{​ 2 ​ ​} + I^{​ 3 ​ ​} + . . .

U^{​ t o t ​ ​} = U^{​ 1 ​ ​} = U^{​ 2 ​ ​} = U^{​ 3 ​ ​} = . . .

Slide 3 - Slide

R₁=

I₁=

U₁=

R₂=

I₂=

U₂=

R₃=

I₃=

U₃=

R₄=

I₄=

R_tot=

I_tot=

U_tot=

Slide 4 - Slide

a) 940 ohm

b) 18,5 ohm

c) 1,0 megaohm

a) 1,1 x 10³ ohm

b) 0,7 ohm

c) 1 ohm

Slide 5 - Slide

antwoorden

Slide 6 - Slide

antwoorden

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Hoe verschillen laders van elkaar?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Vermogen

P = U \cdot I

Spanning (U) geeft aan hoeveel energie een elektron mee krijgt.

Stroomsterkte (I) geeft aan snel elektronen door de stroomkring bewegen.

Slide 12 - Slide

Vermogen

Het vermogen van een apparaat geeft aan hoe snel het energie verbruikt.

Slide 13 - Slide

Vermogen

Het vermogen van een apparaat geeft aan hoe snel het energie verbruikt.

P = U \cdot I

\frac{​ P ​ ​}{​ U \cdot I ​}

P is het vermogen in Watt (W)

U is de spanning in volt (V)

I is de stroomsterkte in ampère (A)

Slide 14 - Slide

Vermogen

Betekenis

Symbool

Eenheid

Formule

Vermogen zegt iets over hoe snel een apparaat energie verbruikt.

Watt (W)

P = U \cdot I

\frac{​ P ​ ​}{​ U \cdot I ​}

E = P \cdot t

\frac{​ E ​ ​}{​ P \cdot t ​}

Slide 15 - Slide

Elektrische energie op 2 manieren

E = P \cdot t

E = P \cdot t

Slide 16 - Slide

Elektrische energie op 2 manieren

E = P \cdot t

E = P \cdot t

j o u l e = w a t t \cdot s e c o n d e

J = W \cdot s

k i l o w a t t u u r = k i l o w a t t \cdot u u r

k W h = k W \cdot h

Slide 17 - Slide

Elektrische energie op 2 manieren

E = P \cdot t

E = P \cdot t

j o u l e = w a t t \cdot s e c o n d e

J = W \cdot s

k i l o w a t t u u r = k i l o w a t t \cdot u u r

k W h = k W \cdot h

3600000 J = 1 k W h

1000 W = 1 k W

3600 s = 1 h

Slide 18 - Slide

Joule en kilowattuur

Een elektrische CV ketel met een vermogen van 25000 W staat 's ochtend 30 minuten aan om het huis te verwarmen.

Bereken hoeveel energie de ketel hiervoor verbruikt.

Slide 19 - Slide

Joule en kilowattuur

Een elektrische CV ketel met een vermogen van 25000 W staat 's ochtend 30 minuten aan om het huis te verwarmen.

Bereken hoeveel energie de ketel hiervoor verbruikt.

E = P \cdot t

E = 25 k W \cdot 0, 5 h

E = 12, 5^{​ ​ ​} k W h

E = 13 k W h

Slide 20 - Slide

Joule en kilowattuur

Een elektrische CV ketel met een vermogen van 25000 W staat 's ochtend 30 minuten aan om het huis te verwarmen.

Bereken hoeveel energie de ketel hiervoor verbruikt.

E = P \cdot t

E = P \cdot t

E = 25 k W \cdot 0, 5 h

E = 12, 5^{​ ​ ​} k W h

E = 13 k W h

E = 25000 W \cdot (30 \cdot 60) s

E = 45000000 J

E = 4, 5 \cdot 10^{​ 7 ​ ​} J

Slide 21 - Slide

Oefenopdracht: waterkoker

We bekijken een waterkoker met een vermogen van 2200 W. Een volle waterkoker heeft 2 minuten nodig om het water te koken.

a) Bereken hoeveel energie in Joule de waterkoker verbruikt?

De prijs per kWh bedraagt 0,30 euro.

b) Bereken hoeveel het kost als je de waterkoker 10 keer water laat koken.

Slide 22 - Slide

Tip:

Om de eenheden van energie om te rekenen kan je de volgende verhouding gebruiken:

1 kWh =

3, 6 \cdot 10^{​ 6 ​ ​} J

Slide 23 - Slide

Aan de slag

Samen:

57, 59, 64

Zelf:

53, 60, 65

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

P₁=

P₂=

P_tot=

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

4H - 207

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

More lessons like this

209 - 4H

208 - 4V

4H-213 (2.5)

4H - 211 - Vermogen

4V - 208 - Vermogen

4v-209 (2.6)

Overal1-2 VH hfst 6.5 elektrische energie

H1.2 Elektriciteit