Herhaling VS 2.2

Herhaling VS 2.2
1 / 16
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhaling VS 2.2

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Wat is het verschil tussen intensieve en extensieve landbouw?
timer
3:00

Slide 3 - Open question

Wat is het BNP?
A
BNP is het geld dat een land verdient
B
BNP is het geld dat alle inwoners van een land in een jaar samen verdienen
C
BNP is het Bruto Nederlands product

Slide 4 - Quiz

Is dit arbeidsintensief of kapitaalintensief?
A
Arbeidsintensief
B
Kapitaalintensief

Slide 5 - Quiz

Is een volkswagenfabriek vooral arbeidsintensief of kapitaalintensief?
A
Arbeidsintensief
B
Kapitaalintensief

Slide 6 - Quiz

Latino's komen uit:
A
Midden-Amerika
B
Zuid en Noord Amerika
C
Zuidamerika
D
Zuid-Europa

Slide 7 - Quiz

Wie waren de oorspronkelijke bewoners van Amerika?
A
Mensen uit het Verenigd koninkrijk
B
indianen
C
Latino's
D
afro-amerikanen

Slide 8 - Quiz

Hoe komt het dat het aandeel hispanics en latino's steeds groter wordt?
A
Hispanics/latino's hebben een lager sterftecijfer
B
Hispanics/latino's hebben een hoger geboortecijfer
C
Tegenwoordig migreren er steeds meer witte mensen naar LA
D
Witte angst: steeds meer witte Amerikanen vertrekken uit LA

Slide 9 - Quiz

Welk gebied zie je hier afgebeeld?
A
Central Valley
B
Great Plains
C
Midlands
D
Centrale laagvlakte

Slide 10 - Quiz

Bij welke sector hoort deze foto?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector

Slide 11 - Quiz

Wat is de
voedselverwerkende industrie?
A
Bedrijven die voedsel verkopen
B
Bedrijven die van landbouwproducten voedsel maken
C
Bedrijven die van voedsel eten maken .....
D
Bedrijven die voedsel inkopen

Slide 12 - Quiz

Wat is legaal ?
A
Dat is een soort voedsel
B
Dat iets is toegestaan
C
Dat iets niet is toegestaan
D
Dat is een grensbewaker

Slide 13 - Quiz

Wat is kapitaal intensief ?
A
Productie waarbij veel kapitaal per hectare product nodig is
B
Productie waarbij weinig kapitaal per hectare nodig is
C
Dat zijn dure spullen
D
Dat zijn goedkope spullen

Slide 14 - Quiz

Welk beroep is arbeidsintensief
A
Boer
B
Fruitteler ( appels )
C
Bouwvakker
D
Balie medewerker

Slide 15 - Quiz

Maken werkboek blz 31
opgave 1 t/m 7
Maken werkboek blz 32
opgave 1 t/m 7

Slide 16 - Slide