Zodra: Ik doe mijn schoenen uit, zodra ik thuiskom.
Het kind huilt niet meer, zodra hij zijn ouders ziet.
Zodra betekent direct op dat moment.
Tenzij: Ik ga morgen naar het strand, tenzij het regent.
Ik kom morgen naar school, tenzij ik ziek ben.
Tenzij betekent behalve als of niet als