What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
1b 10-04-2024
Welkom!
Telefoons in de bak.
Plek zoals op de plattegrond.
Tas naast de stoel.
Pak je Chrombook (dicht laten).
Gezicht naar het bord.
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1,2
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom!
Telefoons in de bak.
Plek zoals op de plattegrond.
Tas naast de stoel.
Pak je Chrombook (dicht laten).
Gezicht naar het bord.
Slide 1 - Slide
Programma 1b dinsdag
Klassikaal lezen.
Quiz in Lesson up.
Spel: Wie ben ik?
Slide 2 - Slide
Klassikaal lezen
We lezen blz
16, 17 en 18
van
Match.
1 iemand krijgt de beurt.
De rest leest mee.
Slide 3 - Slide
Quiz
We doen een quiz.
Er komt een stukje herhaling over de
persoonsvorm, het onderwerp en het werkwoordelijk gezegde.
Daarna komen er vragen.
Slide 4 - Slide
Regels in de klas
Tijdens de opstart + uitleg praat je alleen als je je vinger opsteekt en je de beurt krijgt.
Je bent geconcentreerd met je werk bezig.
Als we het lokaal verlaten, staan de tafels recht en zijn de stoelen aangeschoven.
We gaan respectvol om met de docent om.
Slide 5 - Slide
Als je je niet aan de regels houdt
1 streepje = waarschuwing.
2e streepje = Regels overschrijven.
3e streepje = nablijven.
Slide 6 - Slide
Persoonsvorm, onderwerp en gezegde
Slide 7 - Slide
De persoonsvorm
De persoonsvorm is het belangrijkste werkwoord in de zin.
Je vindt de persoonsvorm door de zin vragend te maken. Het eerste werkwoord dat vooraan komt, is de persoonsvorm.
Bijvoorbeeld:
Petra
heeft
een leuke baan.
Heeft
Petra een leuke baan?
Slide 8 - Slide
Nog een voorbeeld:
Petra
werkt
bij een dierenarts.
Werkt
Petra bij een dierenarts?
Ze
doet
allerlei klusjes.
Doet
ze allerlei klusjes?
Slide 9 - Slide
Nog een manier:
Je kunt ook de tijd van de zin veranderen:
Ze
ontvangt
de mensen en de dieren in de wachtkamer.
Ze
ontving
de mensen en de dieren in de wachtkamer.
Het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm.
Slide 10 - Slide
Nog een voorbeeld:
Petra
moet
bijvoorbeeld het zieke dier vasthouden.
Petra
moest
bijvoorbeeld het zieke dier vasthouden.
Welke werkwoord verandert?
Slide 11 - Slide
Wat is de persoonsvorm?
Je kunt steeds meer op het internet kopen.
Slide 12 - Open question
Wat is de persoonsvorm?
Je weet soms niet welke winkel betrouwbaar is.
Slide 13 - Open question
Wat is de persoonsvorm?
Je moet op een paar dingen letten.
Slide 14 - Open question
Wat is de persoonsvorm?
Ik vergelijk prijzen van verschillende websites.
Slide 15 - Open question
Het onderwerp
Het onderwerp vind je door de volgende vraag te stellen.
Wie of wat + persoonsvorm
Voorbeeld:
Mijn zus koopt online altijd veilig met iDeal.
Persoonsvorm: koopt
Wie of wat koopt?
Onderwerp: mijn zus
Slide 16 - Slide
Wat is het onderwerp?
Ze bekijkt eerst de voorwaarden.
Slide 17 - Open question
Wat is het onderwerp?
Een goede webwinkel krijgt een keurmerk.
Slide 18 - Open question
Wat is het onderwerp?
Je herkent het keurmerk aan een plaatje op de website.
Slide 19 - Open question
Het gezegde
Het gezegde vind je door alle werkwoorden op te schrijven.
Bijvoorbeeld:
De leerlingen zouden graag willen zwemmen.
Wat zijn alle werkwoorden?
Gezegde: zouden, willen, zwemmen
Let op dat je ook de persoonsvorm bij het gezegde opschrijft!
Slide 20 - Slide
Wat is het gezegde?
Mijn moeder heeft gisteren hard gewerkt.
Slide 21 - Open question
Wat is het gezegde?
De bomen krijgen in de lente nieuwe blaadjes.
Slide 22 - Open question
Wat is het gezegde?
Ik moet al mijn huiswerk nog maken.
Slide 23 - Open question
Wat is het gezegde?
Mag ik jouw blauwe stift lenen?
Slide 24 - Open question
Wat is het gezegde?
De chocolade melk wordt warm gedronken.
Slide 25 - Open question
Schrijf de persoonsvorm, het onderwerp en het gezegde:
Jij moet je boek nog kaften.
Slide 26 - Open question
Schrijf de persoonsvorm, het onderwerp en het gezegde:
Onze kat had een muis gevangen.
Slide 27 - Open question
Schrijf de persoonsvorm, het onderwerp en het gezegde:
Wil je mij alsjeblieft helpen?
Slide 28 - Open question
Schrijf de persoonsvorm, het onderwerp en het gezegde:
Heb jij mijn e-mail ontvangen?
Slide 29 - Open question
Heb je nog vragen?
Slide 30 - Open question
Spel: Lingo!
Slide 31 - Slide
spele.nl
Slide 32 - Link
More lessons like this
Grammatica persoonsvorm, onderwerp en gezegde
October 2021
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Grammatica persoonsvorm, onderwerp en gezegde
November 2023
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Grammatica persoonsvorm, onderwerp en gezegde
February 2024
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Gramm pv
January 2024
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Gramm pv
March 2024
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Gramm pv
November 2023
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
taalverzorging 4.5 en 4.6
October 2023
- Lesson with
37 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Herhaling LJ1
April 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2