6.4 De iris en de ooglens
Je ogen passen zich voortdurend aan: de ene keer kijk je naar iets dichtbij en een andere keer kijk je naar iets ver weg.
Met een bolle lens kun je dingen die dichtbij zijn scherp zien
Met een platte lens kun je dingen die ver weg zijn scherp zien
Het bol- en platmaken van de lens heet accommoderen