1ha les 5

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Het meisje die

Welkom 1ha2! 

Doel van de les: je weet het geslacht van woorden en je kunt de juiste verwijswoorden gebruiken

1. Plintposters

2. Formuleren hoofdstuk 2 (blz. 62)

- startopdracht 

- het geslacht van woorden 

- uitdelen overzicht woordgeslacht

- maken opdracht 1, 2, 3 en 5

- bespreken opdrachten

nog doen: plintposters,verhalen voorlezen, wat maakt een verhaal spannend? spannende verhalen afschrijven, voor april een verhaal afmaken

VRIJDAG LEESDAG

GA ZITTEN, PAK  JE LEESBOEK, START METEEN MET LEZEN

Schrijf een kort, spannend verhaal.

Kies één van de volgende beginzinnen:

- De deur klapte dicht.

- Ik dacht dat ik alleen thuis was.

- Ik had het niet goed gezien.

Maak een document aan in de Drive (2019/2020 - Nederlands) en deel dit met je docent. Het verhaal moet deze les af! 

Al klaar? Maak je verhaal nog mooier/beter of langer.

Selectiecriteria leesboek

- je kiest een boek voor 12+ (controleer op www.jeugdbibliotheek.nl)

- je kiest een boek dat origineel in het Nederlands is geschreven (géén vertaling)

- je kiest een boek dat niet verfilmd is (check op Google!)

Volgende week vrijdag (13 september) neem je het boek mee naar de les.

Toetsplanning

Periode 1

so woordenschat H1 (1x) ma 7 okt.

gpw: lezen H1+H2, grammatica zinsdelen H1+H2, spelling H1 (2x) week van 4 nov.

Periode 2

diagnostische toets werkwoordspelling (0x) 22 november

so werkwoordspelling (1x)  29 november

mondeling: boekpromotie (1x)

gpw: lezen H1 t/m H3, grammatica woordsoorten H1 t/m H3, woordenschat H2 (4x)  week van 12 januari

Periode 3

so spelling H3 + H4 (2x) vrijdag 14 februari

so schrijven H4 (2x) maandag 9 maart

gpw: grammatica zinsdelen H1 t/m H4, grammatica woordsoorten H1 t/m H4, Formuleren H2 t/m H4 (4x) week van 6 april

Periode 4

so werkwoordspelling (2x)

so schrijven (creatief schrijven n.a.v. gelezen boek) (2x)

gpw: lezen H1 t/m H6, grammatica zinsdelen H1 t/m H6, grammatica woordsoorten H1 t/m H6 (4x)

Perspectief

ik-verteller

hij-/zij-perspectief

alwetende verteller