9.3 Theorieën over criminaliteit

CRIMINALITEIT
1 / 23
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

CRIMINALITEIT

Slide 1 - Slide

Vandaag
Opstarten en voorkennis activeren

Nieuwe kennis: H7.3 Theorieën over criminaliteit.
  • Je kan de theorieën over criminaliteit benoemen. 
  • Je kan de theorieën herkennen in situaties. 

Aan de slag met hoofdstuk 7.3! 

          

Slide 2 - Slide

Op internet gaat een bericht rond dat er drie bommen verstopt zijn in verschillende vliegtuigen op Schiphol.

Noem een materieel en een immaterieel gevolg van dit bericht.

Slide 3 - Open question



Welke leeftijdsgroep pleegt de meeste veelvoorkomende criminaliteit?
A
14 tot 18 jaar
B
15 tot 21 jaar
C
16 tot 23 jaar
D
18 tot 30 jaar

Slide 4 - Quiz



Eva's "vriendin" licht mensen op via Marktplaats.
Eva vindt dit niet oke, dus ze maakt nieuwe vriendinnen op school.
A
Risicofactor
B
Beschermende factor

Slide 5 - Quiz



Jaimy wordt soms tijdens een ruzie zó boos. Laatst kon hij zich niet inhouden en heeft hij een klasgenoot in elkaar getrapt.
A
Risicofactor
B
Beschermende factor

Slide 6 - Quiz


Gregory's vader drinkt veel alcohol en mishandelt dan Gregory's moeder. Gregory chillt dus liever bij vrienden thuis. Soms moet hij voor hen een pakketje bij iemand afleveren, daar krijgt hij zo 20 euro voor.
A
Risicofactor
B
Beschermende factor

Slide 7 - Quiz

Wie meer risico lopen op strafbaar gedrag is bekend, maar waarom plegen mensen strafbare feiten? Er zijn zes verschillende theorieën over te vinden: 

  • Aangeleerd gedragstheorie
  • Anomietheorie
  • Bindingstheorie
  • Rationele-keuzetheorie
  • Etikettentheorie
  • Neutraliseringstheorie 

Theorieën over 
crimineel gedrag

Slide 8 - Slide

Sutherland ontdekte dat 'gewone' jongeren vaker crimineel worden als ze veel omgaan met jongeren die al crimineel zijn. Het is aangeleerd gedrag, iemand neemt het over van foute vrienden of familieleden. 
Aangeleerd gedragstheorie

Slide 9 - Slide

Socioloog Merton denkt dat iedereen in de westerse wereld succesvol wil zijn, of lijken. Sommige kunnen dit niet door armoede, discriminatie of gebrek aan opleiding. Een deel van hen stelt de doelen bij (dan maar niet), en een ander deel wordt crimineel. 
Anomietheorie

Slide 10 - Slide

Als mensen zich erg verbonden voelen met de mensen om hen heen, plegen ze minder snel strafbare feiten. Als je een goede binding hebt met je gezin, met school en met je vrienden, dan wil je deze mensen niet teleurstellen, dus vertoon je geen crimineel gedrag.
Bindingstheorie

Slide 11 - Slide

Mensen kiezen steeds wat het voordeligst voor ze is. Wat levert dit misdrijf mij op? Hoe groot is de kans dat ik gepakt wordt? De gelegenheid maakt de dief. Minder controle maakt het aantrekkelijker om te stelen. 
Rationele-keuze-theorie

Slide 12 - Slide

Als mensen een misdrijf gepleegd hebben of zich anders gedragen dan andere mensen, dan gaat de omgeving hen ook behandelen als crimineel. Ze drukken als het ware het etiket “crimineel” op de persoon. Die persoon voelt zich dan anders behandeld, en uit boosheid gaat hij zich ook crimineel gedragen. Deze theorie geldt vooral voor recidivisten.
Etikettentheorie

Slide 13 - Slide

Sociologen Matza en Sykes zeggen dat iedereen zich aan de wet wil houden, mensen die het toch overtreden praten het voor zichzelf goed. Bijvoorbeeld een inbreker die van een rijk persoon steelt omdat hij 'toch wel genoeg heeft'. 

Neutraliseringstheorie

Slide 14 - Slide

Yusuf heeft een leuke vriendin en hij heeft fijne vrienden in de klas. Yusuf wil het graag goed doen op school zodat hij een baan kan vinden en kan samenwonen. Criminele dingen doen komt niet in zijn hoofd op.

Welke theorie over criminaliteit past hierbij?
A
Rationele-keuze theorie
B
Bindingstheorie
C
Anomietheorie
D
Neutraliseringstheorie

Slide 15 - Quiz

Het lukt Bart niet om een opleiding af te ronden. Zijn vrienden is het wel gelukt, zij hebben een baan en kopen een auto en een huis. Bart heeft geen geld hiervoor. Een kennis vraagt of hij voor veel geld een zak xtc wil verkopen. Hij gaat akkoord.

Welke theorie over criminaliteit past hierbij?
A
Anomietheorie
B
Etikettentheorie
C
Bindingstheorie
D
Aangeleerd gedragstheorie

Slide 16 - Quiz

Willem heeft in de gevangenis gezeten. Als hij terugkomt, merkt hij dat zijn buren hem niet vertrouwen. Zijn vrienden en familie willen hem niet meer zien. Hij heeft wel nog vrienden uit de gevangenis. Zij halen hem over tot een gewapende overval.

Welke theorie over criminaliteit past hierbij?
A
Bindingstheorie
B
Etikettentheorie
C
Rationele-keuze theorie
D
Aangeleerd gedragstheorie

Slide 17 - Quiz

Samija jat soms dure kleding uit de winkel. Maar in de meeste winkels hangen nu camera’s, en het personeel let steeds beter op. Ze besluit dat de kans te groot is dat ze wordt gepakt, en ze stopt.

Welke theorie over criminaliteit past hierbij?
A
Neutraliseringstheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Aangeleerd gedragstheorie
D
Anomietheorie

Slide 18 - Quiz

Diégo hangt vaak met vrienden op straat. Ze trappen fietsen kapot, gooien stenen naar auto’s en bekladden de muren. Geinig, toch? Diégo heeft niet het idee dat het écht zijn schuld is dat ze dit doen, maar hij doet wel altijd mee.

Welke theorie over criminaliteit past hierbij?
A
Neutraliseringstheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Aangeleerd gedragstheorie
D
Anomietheorie

Slide 19 - Quiz

Als de vader van Jan boos is, geeft hij de moeder van Jan wel eens een klap. Jan leert hierdoor niet hoe hij goed met woede kan omgaan. Als hij boos is, gaat hij slaan en vechten.

Welke theorie over criminaliteit past hierbij?
A
Anomietheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Aangeleerd gedragstheorie
D
Bindingstheorie

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Video

  • Hoe herken je de aangeleerd-gedragstheorie in de video?

  • Hoe herken je de bindingstheorie in de video?

  • Hoe herken je de anatomietheorie in de video?

  • Wat kan de gemeente doen om te voorkomen dat jongeren het criminele pad op gaan?
Goed opgelet?

Slide 22 - Slide

H9.3 - BLZ. 142

Slide 23 - Slide