PTA leerjaar 3

PTA week 

Welke hoofdstukken?
-- Jongeren (H1/H2)
- Pluriforme samenleving (H6) 
- Werk (H8)

 

1 / 46
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 46 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

PTA week 

Welke hoofdstukken?
-- Jongeren (H1/H2)
- Pluriforme samenleving (H6) 
- Werk (H8)

 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is een maatschappelijk probleem?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Maatschappelijk probleem
Veel mensen mee te maken
Overheidmoet het oplossen
Veel meningen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Paragraaf 1 samenleven
Mensen zijn Sociale wezens, we hebben elkaar nodig om te kunnen leven.

samenleven in het klein --> je gezin
samenleven in het groot --> de maatschappij
daar tussenin, je sociale omgeving -->  collega's, teamgenoten


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Gedragsregels
  • Regels die je automatisch toepast en vanzelfsprekend vindt

  • Zijn zelden opgeschreven

  • Hebben vaak met fatsoen te maken: fatsoensregels

  • Bijvoorbeeld: iemand een hand geven of opstaan in een volle bus voor iemand die slecht te been is

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wetsregels
  • Regels die in wetten zijn vastgelegd.

  • Deze regels zijn opgeschreven

  • Bijvoorbeeld: niet door rood fietsen of je verdient het minimumloon als je werkt

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Waarden en normen





  • Waarden = wat je belangrijk vindt
  • Normen = gedragsregels die bij jouw waarden horen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Waarden
  • Waarden zijn principes die mensen belangrijk vinden en na willen streven.

Voorbeelden van waarden;
  1. vrijheid
  2. eerlijkheid
  3. respect

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Normen
  • Regels die bij een waarde horen
  • Gedrag bij je waarden

Slide 9 - Slide

Gedrag wat je laat zien omdat je bepaalde waarden hebt.
Wat gaan we doen?
Maak je samenvatting van H2 en H6 als je dit nog niet hebt gedaan. Blz..... 

Bekijk de gedeelde LessonUp 

Extra! Schrijf zelf een samenvatting van H2! Dit mag nadat je de samenvatting hebt gemaakt. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Pluriforme samenleving
- Dominante en subculturen 
- Stereotypen en vooroordelen 
- 4 redenen van emigratie 
- Verschil integratie, assimilatie en segregatie. 
- Polarisatie 
- Individualistisch en collectivistisch

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

6.1 Leven in verschillende culturen 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Dominante cultuur 
De cultuur van de meerderheid van de mensen in een samenleving.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Subcultuur
Cultuur van een kleine groep mensen
Bijv: Brabanders die Carnaval vieren
bouwvakkers die anders praten dan managers op een kantoor

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Soorten subculturen
Geloof
Muziek
Werk
Politiek
Woonplaats
Land van herkomst —> etnische subculturen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

6.2 HOE KIJK JE TEGEN ANDERE AAN?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions


Stereotypen



Een vooroordeel over een hele groep, 
niet op één persoon. Vaak negatief en onjuist ! 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions


Vooroordeel



Een oordeel over iemand of iets, 
zonder dat je de feiten of persoon kent

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

6.3 migratie 
- 4 redenen waarom mensen naar NL emigreren 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Waarom emigreren mensen naar Nederland?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions


Veiligheid



Door oorlog in het eigen land of 
een andere politiek mening loopt men gevaar

Deze vluchtelingen zoeken asiel (veilige plaats)

Slide 21 - Slide

This item has no instructions


Werk


Arbeidsmigranten (vroeger: gastarbeiders)
komen naar Nederland om hier tijdelijk te werken

In de jaren '60 en '70 van de 20e eeuw: Turken, Marokkanen, Spanjaarden enz.
In de jaren '00 en '10 van de 21e eeuw: Polen, Roemenen en Bulgaren

Slide 22 - Slide

This item has no instructions


Koloniaal verleden


Toen de Nederlandse kolonies onafhankelijk werden,
kozen veel inwoners voor meer zekerheid in Nederland

Sommigen waren bang voor de onzekere economische of 
politieke situatie in hun eigen land

Slide 23 - Slide

This item has no instructions


Gezin


Gezinshereniging
gezin mag overkomen uit ander land, als bijvoorbeel de vader hier al woont

Gezinsvorming:
je haalt iemand uit het buitenland om mee te trouwen

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

6.4. Assimilatie, segregatie, integratie

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Integreren
= Je eigen cultuur behouden maar óók die van je nieuwe land aannemen.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Assimilatie
= Volledig de nieuwe cultuur overnemen.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Segregatie
Je eigen cultuur behouden en géén nieuwe cultuur aannemen.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Maatschappelijke segregatie
Een sterke scheiding tussen twee bevolkingsgroepen

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

6.5  Nederland veranderd

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Door integratie ontstaan er spanningen in een samenleving
Er zijn een aantal mogelijke oorzaken

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Onbegrip tussen groepen. 
Polarisatie  !

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Verschillen tussen waarden en normen 
Individualistisch 
Collectivistisch
Individuele vrijheid, persoonlijke ontwikkeling. 

Ieder mens mag zijn eigen keuzes in het leven maken


Familiebanden en gezamenlijke tradities.

Man- vrouw rolpatronen zijn strenger 

Je handelt vanuit het belang van je familie




Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
- Probeer de samenvatting van pluriforme samenleving zonder boek te maken. 

- kijk je samenvatting daarna na en bewaar je antwoorden blad

- Bekijk bij welke paragraaf je de meeste fouten hebt en maak de opgave van die paragraaf in je opgave boek. 


Extra! Schrijf zelf een samenvatting van H2! Dit mag nadat je de samenvatting hebt gemaakt. 

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Herhalen Media 

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Wat is werk?
Onbetaald werk -> thuis de afwas doen


Betaald werk -> vakkenvullen, kranten bezorgen, afwasser in een restaurant

Werk = iets doen waar anderen behoefte aan hebben


Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Met werk kom je verder

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

De verzorgingsstaat
Land waarbij de overheid je helpt wanneer het nodig is

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Als werknemer heb je op een aantal dingen recht
Werkeloos?

WW


Behalve
- staande voet ontslagen 
- zelf ontslag neemt.

Ziek?



Werkgever moet minimaal 2 jaar 70% van jouw laatst verdiende loon betalen. 
Arbeidsongeschikt?




Uitkering (WIA) moet 75% van laatst verdiende loon 

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Dingen waar iedereen recht op heeft 
AOW 

Algemene Ouderdoms Wet 


Vanaf pensioen leeftijd krijgt iedereen dit 
Kinderbijslag 



Alle ouders ontvangen kinderbijslag tot hun kind 18 jaar is. 

Bijstand

Mensen die op geen enkele manier kunnen werken ontvangen bijstand. 

Deze mensen krijgen geen WW uitkering. 

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Te duur?
De overheid moet een aantal dingen doen om de verzorgingsstaat te kunnen blijven betalen
Bezuinigen

eigen bijdrage 

Langer doorwerken

Meer banen

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

§8.5 Als het tegenzit..
Als je een baan hebt, kan het tegenzitten. Er kunnen vervelende situaties voorkomen op het werk: discriminatie, ruzie en ontslag.

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Discriminatie 
  • Leeftijdsdiscriminatie
  • Discriminatie van vrouwen
  • Discriminatie op grond van handicap/ziekte 
  • Discriminatie van mensen met een andere afkomst

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Maatschappelijke positie
1. Geld
2. Macht
3. Aanzien
4. Kennis
5. Talent

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!

Slide 46 - Slide

This item has no instructions