Recap theme 3 Year 2

1 / 29
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare school

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Translate the sentence
Batman is mijn favoriete superheld omdat hij buitengewone krachten heeft.

Slide 2 - Open question

Ik vind hem heel leuk omdat hij vecht voor rechtvaardigheid.

Slide 3 - Open question

Ik bewonder haar omdat ze een gouden medaille op de Olympische Spelen heeft gewonnen.

Slide 4 - Open question

Mijn held heeft een fantastische persoonlijkheid en helpt altijd anderen.

Slide 5 - Open question

Wij vinden haar geweldig omdat ze een recordbedrag aan geld ingezameld heeft voor een goed doel.

Slide 6 - Open question

Luke is een fantastische zanger en artiest.

Slide 7 - Open question

Was je heel enthousiast?

Slide 8 - Open question

Hoe voelde je je toen je de berg aan het beklimmen was?

Slide 9 - Open question

Hoe voelde je je toen je naar de kust aan het roeien was?

Slide 10 - Open question

Ik voel me nooit ontspannen voor een belangrijke wedstrijd.

Slide 11 - Open question

Om eerlijk te zijn voelde ik me heel energiek op dat moment.

Slide 12 - Open question

Ik was erg verrast door mijn resultaten.

Slide 13 - Open question

Ik voel me tevreden.

Slide 14 - Open question

Is alles goed met je?

Slide 15 - Open question

Zij is aardig en behulpzaam.

Slide 16 - Open question

Maak past continuous of past simple::
Jack ........... (smoke) a cigarette when the headmaster ............. (see) him.

Slide 17 - Open question

Mary ........(to eat) a sandwich when the geography teacher was killed
A
were eating
B
was eating
C
eated
D
eating

Slide 18 - Quiz

Mary ........(to eat) a sandwich when the geography teacher was killed
A
were eating
B
was eating
C
eated
D
eating

Slide 19 - Quiz

I ....... (soms) read a book.
A
Sometimes
B
Always
C
Never
D
Rarely

Slide 20 - Quiz

Zet de zinsdelen in de juiste volgorde door ze te verslepen.
I
always
cycle
to school

Slide 21 - Drag question

Volgorde van bepaling van plaats en tijd.
Welke zinnen zijn correct?
A
She ate at Domino's a pizza yesterday.
B
He saw his dog in the park last night.
C
I went to Amsterdam last week.
D
I talked to him yesterday in the Mac.

Slide 22 - Quiz

Which one is correct?
A
drove - drive- drove
B
drive - drove - driven
C
drive - driven - driven
D
drive - drove - drive

Slide 23 - Quiz

Which one is correct?
A
shake - shook - shook
B
shake - shaken - shaken
C
shake - shook - shaked
D
shake - shook - shaken

Slide 24 - Quiz

Which one is correct?
A
walk - walked - walking
B
be - was - been
C
be - was/were - been
D
drive - drive - drive

Slide 25 - Quiz

Which word should be filled in?
fly - ..... - flown
A
fly
B
flow
C
flew
D
flown

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Wat wilde Caitlin op vakantie doen?

Slide 28 - Open question

Waarom kon dat niet?

Slide 29 - Open question