1.3 Elektriciteit in huis (onder constructie!)

Hoofdstuk 1 Elektriciteit

1 / 31
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Hoofdstuk 1 Elektriciteit

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 1 Elektriciteit
Par. 1.3 Elektriciteit in huis

Slide 2 - Slide

Lesdoelen:
  1. Je kunt de functie benoemen van de verschillende kleuren elektriciteitsdraden.
  2. Je kunt de totale stroomsterkte in een groep berekenen.
  3. Je kunt berekenen of in een groep overbelasting optreedt.
  4. Je kunt het totale vermogen berekenen dat op een groep is aangesloten.
  5. Je kunt uitleggen wat bedoeld wordt met overbelasting en kortsluiting.

Slide 3 - Slide

1
Je kunt de functie benoemen van de verschillende kleuren elektriciteitsdraden.

Slide 4 - Slide

Via hoofdkabel komt de stroom het huis binnen
1
De kWh-meter meet de hoeveelheid energie
2
Een groep bestaat uit een aantal stopcontacten, lampen en schakelaars.
Deze zijn parallel geschakeld.
3
Zorgen voor de veiligheid!
4
Doordat de groepen parallel aan elkaar staan
is de SPANNING op elke groep hetzelfde: 230 Volt.

U = U1 = U2 = U3 = 230 V
5
Je kunt de functie benoemen van de verschillende kleuren elektriciteitsdraden.

Slide 5 - Slide

Wordt later in deze les behandeld.
Je kunt de functie benoemen van de verschillende kleuren elektriciteitsdraden.

Slide 6 - Slide

Je kunt de functie benoemen van de verschillende kleuren elektriciteitsdraden.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Je kunt de totale stroomsterkte in een groep berekenen.
Elk apparaat dat wordt aangesloten heeft stroom nodig.
De totale stroom die geleverd moet worden is de optelsom van de stroom door elk apparaat.



De totale stroomsterkte in één groep mag nooit groter zijn dan 16 Ampère.
Bij een te grote stroom spreek je van overbelasting.
It=I1+I2+I3......enzovoort

Slide 9 - Slide

Je kunt het totale vermogen berekenen dat op een groep is aangesloten.
Elk apparaat dat wordt aangesloten heeft zijn eigen vermogen.
Het totaal geleverde vermogen in één groep is de optelsom van alle vermogens van de aangesloten apparaten.
Pt=P1+P2+P3.........enzovoort

Slide 10 - Slide

Je kunt het totale vermogen berekenen dat op een groep is aangesloten.
Vraag:
Als de maximale stroom in één groep 16 A is, en de spanning is 230 V, hoe groot is dan het maximale vermogen in één groep?

Slide 11 - Slide

Je kunt berekenen of in een groep overbelasting optreedt.
Pt=UtIT
Omdat de spanning in huis altijd 230 V is kun je het maximale vermogen op een groep berekenen.

Slide 12 - Slide

11

Slide 13 - Video

00:37
Elke groep binnen huis kan los van een andere groep aan of uit worden geschakeld. Dat betekent dat de groepen ............. geschakeld zijn.
A
in serie
B
parallel
C
onderling
D
los

Slide 14 - Quiz

01:14
Een zekering schakelt de stroom uit wanneer deze te hoog wordt. Wat is te hoog?
A
Meer als 10 A
B
Meer als 10 W
C
Meer als 16 A
D
Meer als 16 V

Slide 15 - Quiz

02:50
Welke twee mogelijke oorzaken zijn er waardoor een zekering de stroom zal uitschakelen?

Slide 16 - Open question

04:34
Tijdens een verbouwing hakt iemand met een metalen bijl door een stroomleiding. De zekering schakelt de stroom uit.
Wat is hier waarschijnlijk de oorzaak?
A
kortsluiting
B
overbelasting
C
het energiebedrijf stopt met leveren
D
geen van deze antwoorden

Slide 17 - Quiz

08:00
Achter een stopcontact zit een bruine, een blauwe en een geel-groene draad.
De bruine draad is de .....
A
fasedraad
B
aardedraad
C
schakeldraad
D
nuldraad

Slide 18 - Quiz

08:00
Achter een stopcontact zit een bruine, een blauwe en een geel-groene draad.
De blauwe draad is de .....
A
fasedraad
B
aardedraad
C
schakeldraad
D
nuldraad

Slide 19 - Quiz

08:00
Achter een stopcontact zit een bruine, een blauwe en een geel-groene draad. De geel-groene draad is de .....
A
fasedraad
B
aardedraad
C
schakeldraad
D
nuldraad

Slide 20 - Quiz

08:00
Achter een stopcontact zit een bruine draad.
Dat is de draad waar ........ spanning op staat.
A
wel
B
geen
C
soms

Slide 21 - Quiz

08:29
Waarom is het gevaarlijk als de buitenkant van een wasmachine onder stroom komt te staan?

Slide 22 - Open question

09:32
Er gaat stroom het huis in en er gaat stroom het huis uit. Wat weet je over de hoeveelheid stroom die het huis in- en uitgaat?
A
Er gaat meer stroom het huis in dan er uit gaat.
B
Er gaat meer stroom het huis uit dan erin gaat.
C
Er gaat evenveel stroom het huis uit als erin gaat.
D
Daar kun je niets over zeggen, dat is elke dag anders.

Slide 23 - Quiz

04:34
Chantal geeft een feestje. Ze sluit in de keuken de volgende apparaten aan: een elektrische barbecue, een magnetron, een elektrische oven, een tosti-ijzer en een waterkoker. Als ze ook nog het koffiezetapparaat aansluit valt de stroom uit.
Wat is daar waarschijnlijk de oorzaak van?
A
kortsluiting
B
overbelasting
C
ze maakt teveel kosten en het energiebedrijf stopt met leveren
D
geen van deze antwoorden

Slide 24 - Quiz

0

Slide 25 - Video

Watis dat? 
Een isolatiefout??

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Opdracht
Maak de opgaven van par. 1.3 op de site van de methode.
Kijk je werk ook zelf kritisch na!

Slide 31 - Slide