Soorten argumentatie H4 (1)

Soorten argumentatie
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Soorten argumentatie

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Wat weet je nu?

- standpunt
- argument
- objectieve en subjectieve argumenten

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Soorten argumentatie
Argumentatie op basis van:
- feiten
- onderzoek/wetenschap
- normen en waarden
- vermoedens
- geloof/overtuiging
- gezag/autoriteit

Slide 5 - Slide

De maximumsnelheid moet omlaag. Dat levert minder verkeersslachtoffers op en het is goed voor het milieu.
A
Argumentatie op basis van nut
B
Argumentatie op basis van gezag
C
Argumentatie op basis van geloof
D
Argumentatie op basis van vermoedens

Slide 6 - Quiz

Die winkelier moet gestraft worden. Je slaat iemand toch niet neer, omdat hij een brood steelt.
A
Argumentatie op basis van wetenschap
B
Argumentatie op basis van nut
C
Argumentatie op basis van geloof
D
Argumentatie op basis van normen en waarden

Slide 7 - Quiz

Het Interkerkelijk Vredesberaad is principieel tegen elke vorm van geweld.
A
Argumentatie op basis van nut
B
Argumentatie op basis van gezag
C
Argumentatie op basis van feiten
D
Argumentatie op basis van geloof of overtuiging

Slide 8 - Quiz

Was regelmatig uw handen, want het voorkomt infecties
A
Argumentatie op basis van overeenkomst
B
Argumentatie op basis van nut
C
Argumentatie op basis van een kenmerk of eigenschap
D
Argumentatie op basis van autoriteit

Slide 9 - Quiz

De nieuwe iPhone kan je het beste bij Tele2 kopen, daar is hij het goedkoopst.
A
Argumentatie op basis van vermoeden
B
Argumentatie op basis van feiten
C
Argumentatie op basis van gezag
D
Argumentatie op basis van onderzoek

Slide 10 - Quiz

Stacy gaat volgens mij helemaal niet naar Australië, ik denk namelijk niet dat ze slaagt.
A
Argumentatie op basis van nut
B
Argumentatie op basis van vermoedens
C
Argumentatie op basis van onderzoek
D
Argumentatie op basis van normen en waarden

Slide 11 - Quiz

Zelf aan de slag
Maak van Argumenteren H1: opdr. 1 en 2, 3 t/m 10 (blz. 183 - 189)

Slide 12 - Slide