Grammar: Possessive 's


Possessive 's / Bezitsvorm
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson


Possessive 's / Bezitsvorm

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Possessives (Bezitsvorm): 's / ' / of

Je gebruikt de bezitsvorm (possesive) om aan te geven dat twee dingen bij elkaar horen.
Bij mensen en dieren in het enkelvoud gebruik je   's   ook als ze zelf eindigen op 's.
- The boy's cat is sleeping.
- James's rabbit is sweet.


Slide 3 - Slide

Anna's cat

Slide 4 - Slide

The cat's tail

Slide 5 - Slide

The boy's book

Slide 6 - Slide

Possessives (Bezitsvorm): 's / ' / of

Je gebruikt 'of' bij dingen.
- He lives on the corner of the street.
- The name of the ship was Titanic.




Slide 7 - Slide

The wheels of the car

Slide 8 - Slide

The door of the school

Slide 9 - Slide

The days of the week

Slide 10 - Slide

 Een woord in meervoud 
Als er als een S staat omdat het meervoud is
alleen een apostrof '

- The elephants' ears
- giraffes' necks
- cats' tails

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wanneer gebruik je een 's ?
A
bij dingen
B
bij mensen en dieren

Slide 13 - Quiz

Wanneer gebruik je alleen ' (apostrof)?
A
als het woord eindigt op een -S
B
als het woord in het meervoud eindigt op -S

Slide 14 - Quiz

Wanneer gebruik je 'of' ?
A
bij dingen
B
bij mensen en dieren

Slide 15 - Quiz

Julia - backpack.
A
Julia' backpack
B
Julias's backpack
C
Julia's backpack
D
the backpack of Julia

Slide 16 - Quiz

Thyn - table.
A
Thyn' table
B
Thyns's table
C
Thyn's table
D
the table of Thyn

Slide 17 - Quiz

Ties - phone.
A
Ties' phone
B
Ties's phone
C
the phone of Ties

Slide 18 - Quiz

The students - teacher.
A
The students' teacher
B
The students's teacher
C
The teacher of the students

Slide 19 - Quiz

The dogs - owners.
A
The dogs' owners
B
The dogs's owners
C
The owners of the dogs

Slide 20 - Quiz

The rules - the school.
A
The schools' rules
B
The schools's rules
C
The rules of the school

Slide 21 - Quiz

The windows - the house.
A
The house' windows
B
The houses's windows
C
The windows of the house

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Link

Slide 24 - Link

Homework 
  • Exercise 31-32 (page 75)
  • Slimstampen Grammar 13a-13b

Slide 25 - Slide

I can use possesive 's correctly.
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Slide 27 - Slide