Schrijven: Artikel (M4)

Doel van deze les
- Na vandaag weet je hoe je een artikel moet schrijven.

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Doel van deze les
- Na vandaag weet je hoe je een artikel moet schrijven.

Slide 1 - Slide

Artikel
In een artikel richt je je op een groot publiek. Bijvoorbeeld in een krant of tijdschrift. Dit in tegenstelling tot een brief, waarbij je je richt op één persoon. 
Het doel van een artikel is informatie delen of je mening geven. 

Slide 2 - Slide

Inhoud
  • Een pakkende titel
  • Een logische volgorde: inleiding - kern - slot
  • Denk aan de alinea-indeling 
  • Onderaan je naam en eventueel je functie (klas)

Slide 3 - Slide

Artikel
  • Een artikel is geen brief: Er hoeft dus ook geen datum boven. Ook een geadresseerde laat je weg.
  • Soms moet je tussenkopjes gebruiken, dit staat dan in de opdracht.
  • Soms is er een maximaal (of minimum) aantal woorden!
  • Maak gebruik van witregels om je alinea's aan te geven. 

Slide 4 - Slide

Artikel 
  • Werk in een logische volgorde, houd de volgorde aan zoals die is beschreven in de opdracht. 
  • Schrijf zakelijk, houd je aan de opdracht! begin niet met "Hallo"... 
  • Controleer op spelfouten, zinsopbouw en interpunctie.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Beginnen met je artikel
  • Lees de tekst door, en lees de opdracht goed!!
  • Laat de eerste twee regels leeg, als je nog geen titel weet.
  • Maak een verdeling van de punten (dus wat komt er in de inleiding, wat komt er in de kern enzovoort)
  • Daarna begin je met schrijven. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Klaar? 
Lees je artikel helemaal door. 
Verbeter eventuele spelfouten.

Staat er een titel boven de tekst?
Staat je naam en  je klas eronder?

Dan ga je de checklist nalopen.

Slide 10 - Slide

Checklist
  • Staat de aanleiding om de tekst te schrijven in de eerste alinea?
  • Staan jouw ervaringen met multitasken in de tweede alinea?
  • Heb je TWEE voor- en twee nadelen genoemd?
  • Heb je verteld of multitasken wel of niet beter is, MET TWEE argumenten.
  • Heb je verteld wat je hoopt te bereiken?

Slide 11 - Slide