4.4 Geleedpotigen en gewervelden

4.4 Geleedpotigen en gewervelden
Thema 4 Ordening
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.4 Geleedpotigen en gewervelden
Thema 4 Ordening

Slide 1 - Slide

Wat weten we al?

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 4.3
  • Je kunt planten indelen door te kijken naar de bouw en manier van voortplanten.
  • Je kunt dieren indelen door te kijken naar de symmetrie en het skelet

Slide 3 - Slide

Begrippen 4.3
  • Inwendig skelet
  • Sporenplant
  • Symmetrisch
  • Uitwendig skelet
  • Zaadplant

Slide 4 - Slide

Leerdoelen 4.4
  • Je kunt geleedpotigen indelen door te kijken naar het aantal segmenten en het aantal poten.
  • Je kunt gewervelden indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten

Slide 5 - Slide

Geleedpotigen
De poten van geleedpotigen zijn geleed. Ze zijn opgebouwd uit kleine stukjes: de leden
Ook het lichaam is opgebouwd uit stukjes: de segmenten.
Bij het ordenen van geleedpotigen kijk je naar het aantal segmenten en naar het aantal poten. 

Slide 6 - Slide

Vier groepen
Geleedpotigen kun je indelen in vier groepen:
  • Veelpotigen
  • Kreeftachtigen
  • Spinachtigen
  • Insecten

Geleedpotigen hebben een uitwendig skelet dat als een soort pantser om het lichaam zit. Dit kan niet meegroeien en vervelt een aantal keer tijdens de groei.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Gewervelden
Gewervelden hebben een inwendig skelet.
Een onderdeel van dit skelet is de wervelkolom, die is opgebouwd uit wervels.

Slide 9 - Slide

Gewervelden ordenen
Gewervelden kun je ordenen in vijf groepen:
  • Vissen
  • Amfibieën
  • Reptielen
  • Vogels
  • Zoogdieren

Slide 10 - Slide

Kenmerken orderen
Bij ordening gewervelden kijk je naar de volgende 4 kenmerken:
  • Huid: Schubben, slijm, veren of haren
  • Lichaamstemperatuur: Warmbloedig (lichaamstemperatuur is altijd hetzelfde) of koudbloedig (lichaamstemperatuur is gelijk aan de omgeving)
  • Ademhalingsorganen: kieuwen, longen of huid
  • Manier van voortplanten: levendbarend of eieren

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Leefomgeving
  • Gewervelde dieren komen voor in het water, op het land en in de lucht.
  • Zoogdieren leven meestal op het land, maar een aantal in de zee.
  • Vogels leven meestal in de lucht, maar een aantal kan niet vliegen en op land.
  • Reptielen zijn meestal landdieren, maar soms ook zee.

Slide 13 - Slide

Begrippen 4.4
  • Koudbloedig
  • Leden
  • Segmenten
  • Warmbloedig
  • Wervelkolom 

Slide 14 - Slide

Ik kan nu
  • Je kunt geleedpotigen indelen door te kijken naar het aantal segmenten en het aantal poten.
  • Je kunt gewervelden indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten

Slide 15 - Slide

Aan het werk!
KB: Maken: 4.4: 1. 2, 4, 5, 6 en 7
BB: Maken: 3.5: 1, 2, 3, 5, 6 en 7
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.


 

timer
25:00

Slide 16 - Slide