Scholingsdag dagverpleging

Scholingsdag dagverpleging
1 / 31
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Scholingsdag dagverpleging

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Airway
Tijdens de Airway-fase wordt gecontroleerd of de luchtweg vrij is en of de patiënt kan ademen. 

Slide 6 - Slide

Leg uit wat er tijdens de Airway-fase gebeurt en waarom het belangrijk is. Geef voorbeelden van situaties waarin er problemen kunnen zijn met de luchtweg of de ademhaling.
Airway
Ademweg vrij?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat kunnen we doen om de ademweg vrij te maken?
A
Chinlift
B
Bronchiaal toilet
C
Mayotube
D
Verwijder corpus alienum

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Interventies niet vrije ademweg
Interventies:
  • Bloed, braaksel, corpus aliënum of losse gebitselementen verwijderen.
  • Manuele luchtwegmanoeuvres (headlift/chinlift, jawthrust, hoofdopzij)
  • Inbrengen mayotube
  • Endotacheale intubatie of supraglottische luchtweg
  • Coniotomie
NIET VRIJ: denk aan zuurstof toediening!


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Breathing
Tijdens de Breathing-fase wordt gecontroleerd of de patiënt goed kan ademen en of er sprake is van ademhalingsproblemen.

Slide 10 - Slide

Leg uit wat er tijdens de Breathing-fase gebeurt en waarom het belangrijk is. Geef voorbeelden van situaties waarin er problemen kunnen zijn met de ademhaling.
Breathing
Luchtweg vrij?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Bij welk ziektebeeld zien we vaak een Kussmaul ademhaling?
A
Longembolie
B
Septische shock
C
Diabetische ketoacidose
D
Pijn

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Hoe is de ademhaling bij een patiënt die (teveel) benzodiazepines (midazolam/lorazepam) heeft gehad.
A
Langzaam en diep
B
Langzaam en oppervlakkig
C
Snel en diep
D
Snel en oppervlakkig

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Soorten ademhaling
Normaal
Apnoe
Hyperpnoe
Cheyne Stokes
Kussmaul 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Interventies breathing
  • Zuurstof toedienen via neusbril, venturimasker of non-rebreathing masker.
  • Bij benauwdheid vernevelen en patiënt zo mogelijk rechtop zetten.
  • Bij een spanningspneumothorax wordt er een grote naald (16G-grijze naald) ingebracht daarna iv-toegang en thoraxdrain
  • Beademing (intensive care)
Is er geen spontane ademhaling, doe dan de BLS-check!


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Casus: patiënt x, 76 jaar, opname i.v.m. 2 Packed cells, voorgeschiedenis: geen, oorzaak lage Hb onbekend, wordt onderzocht. Tijdens 2e PC acuut benauwd met SpO2 85%. Wat gaan we aan de SpO2 doen?
A
Non-rebreather/High oxygen mask
B
Neusbril 2 liter O2/min
C
Venturimasker 40%
D
Neusbril 5 liter O2/min

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Patienten met COPD kunnen CO2-stapeling krijgen. Wat zijn de symptomen?
A
Suf, lage bloeddruk
B
Suf, lage hartfrequentie
C
Suf, bleek, hoge hartfrequentie
D
Suf, rode wangen, hoge bloeddruk

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Waarom CO2-stapeling bij COPD?
Door COPD minder goede gaswisseling/diffussie.
- Nemen minder O2 op
- Scheiden minder CO2 uit
COPD-ers hebben een ademprikkel door zuurstoftekort omdat ze al chronisch een hoog CO2 hebben. Als je zuurstof geeft wordt de ademprikkel dus minder, waardoor nog meer CO2 stapeling.  

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Circulation
Tijdens de Circulation-fase wordt gecontroleerd of de patiënt voldoende bloedcirculatie heeft en of er sprake is van bloedverlies. 

Slide 19 - Slide

Leg uit wat er tijdens de Circulation-fase gebeurt en waarom het belangrijk is. Geef voorbeelden van situaties waarin er problemen kunnen zijn met de bloedcirculatie.
Circulation
Circulatie in orde?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Je meet bij een patiënt na starten van ferinject een bloeddruk en die is ineens gedaald van 120/70 naar 85/50, wat ga je als eerste doen......
A
Stop ferinject
B
Bel de arts
C
Bolus NaCl geven
D
Adrenaline geven

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Er is sprake van een anafylactische reactie, wat geven we aan medicatie bij een anafylactische reactie/shock?
A
NaCl/Ringer
B
Adrenaline, hydrocortison, tavegil, NaCl/Ringer
C
Hydrocortison, tavegil, NaCl/Ringer
D
Adrenaline, tavegil

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Interventies circulation
  • Inbrengen venflon(s) of controleren doorgankelijkheid van reeds ingebrachte venflon
  • Start vloeistoftherapie bij lage bloeddruk (in overleg met arts)
  • Stelp ernstige uitwendige bloedingen
  • CAD inbrengen en meten urineproductie

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Disability
Tijdens de Disability-fase wordt gecontroleerd of de patiënt neurologische problemen heeft en of er sprake is van een verminderd bewustzijn. 

Slide 24 - Slide

Leg uit wat er tijdens de Disability-fase gebeurt en waarom het belangrijk is. Geef voorbeelden van situaties waarin er problemen kunnen zijn met de neurologische functies of het bewustzijn.
Disability

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Interventies D
Hypoglykemie: glucose of glucagon
Bij insult: anticonvulsiva
Bij intoxicatie: overweeg antidota
Pijnmedicatie

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Exposure
Tijdens de Exposure-fase wordt de patiënt onderzocht op zichtbare verwondingen en wordt gecontroleerd of de patiënt voldoende warmte heeft. 

Slide 27 - Slide

Leg uit wat er tijdens de Exposure-fase gebeurt en waarom het belangrijk is. Geef voorbeelden van situaties waarin er problemen kunnen zijn met de lichaamstemperatuur of zichtbare verwondingen.
Exposure
Wat zou je hier willen weten?

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Interventies E
Patiënt warm toedekken of koelen
Observaties noteren
Kweken afnemen bij koorts
Handelen bij afwijkende bevindingen (infecties lijnen/insteekopeningen, veel maagretenties/braken diarree)

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

EWS

EWS, Early Warning System, is een meetinstrument om snel vitale functies van de patiënt te beoordelen aan de hand van een score. EWS is in de jaren ’80 van de vorige eeuw geïntroduceerd in de Verenigde Staten en wordt tegenwoordig ook volop gebruikt in Nederland en Europa.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

EWS

Slide 31 - Slide

This item has no instructions