Hoe beïnvloeden natuurlijke schommelingen het klimaat
1 / 22
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Hoe beïnvloeden natuurlijke schommelingen het klimaat
Slide 1 - Slide
IJstijden
Slide 2 - Slide
Hoofdstukindeling
Paragraaf 3.1: Lucht- en oceaanstromen
Paragraaf 3.2: Natuurlijke schommelingen
Paragraaf 3.3: De invloed van de mens
Paragraaf 3.4: Weerkaarten
Slide 3 - Slide
Les 4
Milankovic variabele
Slide 4 - Slide
Duo opdracht
Lees paragraaf 3.2
Bespreek in Duo's de Milankovic variabelen (zie 3.2)
Maak een samenvatting over:
1. Wat de drie variabele inhouden
2. Wat de invloed is op het klimaat
Tip: gebruik bron 2 bij je uitleg
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Wat heeft nog meer invloed op het klimaat?
Slide 7 - Slide
Overige invloeden: De zon!
Zonnevlekken in cycli van 11 jaar: Veel energie naar de aarde
--> 0,1 graad opwarming mogelijk!
(boek; 0,3)
Slide 8 - Slide
Overige invloeden: Vulkanen
Korte termijn:
- Kouder; blokkeren zonlicht
Lange termijn:
- Warmer; uitstoot broeikasgassen
Soort vulkanen?
- Die rond de evenaar
Slide 9 - Slide
Maken opdracht
1,2,3 en 4 paragraaf 3.2
Slide 10 - Slide
Energieverdeling
Omdat de aarde rond is, is de invalshoek van een zonnestraal niet overal op aarde hetzelfde. Hierdoor ontvangt niet elke plek op aarde evenveel warmte.
Slide 11 - Slide
Atmosferische circulatie
L
H
H
Slide 12 - Slide
Zeestromen
Warme zeestroom = Zeestroom die warm water van de evenaar naar hogere breedte voert.
Koude zeestroom = Zeestroom die koud water uit de poolgebieden naar lagere breedte voert.
Slide 13 - Slide
Aan de slag!
Maak de opdrachten bij paragraaf 3.1 af
Klascode Humboldt: 100480
Slide 14 - Slide
Opdracht
Teken in wereldbol B op papier..
De ligging van lage- en hogedrukgebieden op de wereld
De overheersende windrichting, waarbij je de regels van het corioliseffect hanteert
Wissel uit met je buurman/vrouw
Slide 15 - Slide
Controlevragen: rond de tropen vind je voornamelijk...
A
Gebieden met een hoge luchtdruk
B
Gebieden met een lage luchtdruk
Slide 16 - Quiz
Controlevragen: Wind waait van...
A
Een lagedrukgebied naar een hogedrukgebied
B
Een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied
Slide 17 - Quiz
Controlevragen: Bij een lagedrukgebied...
A
Daalt de lucht naar beneden
B
Stijgt de lucht op
Slide 18 - Quiz
Controlevragen: In gebieden rond de poolcirkel...
A
Valt de zon schuiner in en wordt een kleiner oppervlakte verwarmd
B
Valt de zon rechter in en wordt een kleiner oppervlakte verwarmd
C
Valt de zon schuiner in en wordt een groter oppervlakte verwarmd
D
Valt de zon rechter in en wordt een groter oppervlakte verwarmd
Slide 19 - Quiz
Noem 3 dingen die je nu weet over het mondiale windsysteem