live les 3 hoofdstuk 5 paragraaf 5 en 6

paragraaf 5 het oog
1 / 10
next
Slide 1: Slide
naMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

paragraaf 5 het oog

Slide 1 - Slide

bouw oog
lichtstralen gaan door het hoornvlies.
Het licht gaat door de pupil.

de pupil is de opening in de iris. De iris is gekleurd.

na de pupil gaat de lichtstaal door de ooglens. De ooglens is een positieve bolle lens. 

binnen in het oog zit het glasachtig lichaam.


Slide 2 - Slide

bouw oog
het glasachtig lichaam is doorzichtig.

om het glasachtig lichaam ligt het netvlies.

de netvlies zitten lichtgevoelige cellen. 

op het netvlies worden de lichtstralen via de oogzenuw als elektrische stroomschootjes naar de hersenen gebracht die dan een beeld vormen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

accommoderen
aan de ooglens zitten spieren die de lens kunnen accommoderen. 

accomoderen betekent dat de lens zich aanpast zodat je iets beter kan zien

om iets veraf te zien wordt de ooglens platter.

om iets dichtbij te zien wordt de ooglens boller. 

Slide 5 - Slide

bijziend
als je bijziend bent kan je veraf niet goed zien. 

het beeld valt niet goed op het netvlies dan.
met negatieve glazen kan je dit voorkomen

Slide 6 - Slide

verziend
als je verziend bent zie je dingen dichtbij niet goed. 

het beeld valt niet goed op het netvlies dan.

met een postieve lens kan je dit voorkomen


Slide 7 - Slide

paragraaf 6 licht als golfbeweging

Slide 8 - Slide

lichtgolven
lichtstralen hebben een golfbeweging.

de lichtgolven gaan alle kanten op.


Slide 9 - Slide

polarisatie
als je een plaat voor een lichtbron zet kunnen niet alle lichtgolven erdoor.

dit heet polariseren.

Slide 10 - Slide