What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3H - les 9 - H5.3 Werken met weerstanden (draft)
1 / 42
next
Slide 1:
Slide
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
42 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat betekent weerstand?
Slide 2 - Open question
Door een weerstand van 3,5 Ω loopt een stroom
van 5,0 A. Bereken de spanning.
A
U = 0,7 V
B
U = 1,4 V
C
U = 17,5 V
D
U = 35 V
Slide 3 - Quiz
Door een weerstand van 3,5 Ω loopt een stroom
van 5,0 A. De spanning is 17,5 V. Nu wordt de spanning 2x zo hoog. Hoe groot wordt de stroomsterkte?
A
I = 2,5 A
B
I = 5,0 A
C
I = 7,5 A
D
I = 10 A
Slide 4 - Quiz
Wat voor soort schakeling
zie je hier?
A
Parallelschakeling
B
Serieschakeling
Slide 5 - Quiz
Wat voor soort schakeling
zie je hier?
A
Parallelschakeling
B
Serieschakeling
Slide 6 - Quiz
Wat voor soort schakeling
zie je hier?
A
Parallelschakeling
B
Serieschakeling
Slide 7 - Quiz
Wat voor soort schakeling
zie je hier?
A
Parallelschakeling
B
Serieschakeling
Slide 8 - Quiz
Welke woorden uit de oefentoets van H1 vind je moeilijk?
Slide 9 - Mind map
Wat geldt er voor de stroom-
sterkte bij een parallel-
schakeling?
A
I is overal gelijk
B
I splitst zich op
C
Itot = I1 = I2 = I3
D
Itot = I1 + I2 + I3
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Drag question
Welke schakeling heeft
een grotere weerstand?
A
Links
B
Rechts
Slide 12 - Quiz
Wat kun je zeggen over de
stroomsterkte?
A
De stroomsterkte is overal gelijk
B
De stroomsterkte door R1 is groter dan door R2
C
De stroomsterkte door R1 is kleiner dan door R2
Slide 13 - Quiz
Wat kun je zeggen over de
totale stroomsterkte?
A
Is even groot als de stroomsterkte door R1
B
Is even groot als de stroomsterkte door R2
C
Is even groot als de stroomsterkte door R1+R2
Slide 14 - Quiz
Wat geldt er voor de
spanning bij een serie-
schakeling?
A
U is overal gelijk
B
U splitst zich op
C
Utot = U1 = U2 = U3
D
Utot = U1 + U2 + U3
Slide 15 - Quiz
Leerdoelen
Je kunt de vervangingsweerstand berekenen bij serie- en parallelschakelingen.
Je kunt berekenen hoe groot de spanning over componenten in een schakeling is.
Je kunt berekenen hoe groot de stroomsterkte door componenten in een schakeling is.
Slide 16 - Slide
De formule
Je kunt de weerstand berekenen als je de spanning en de stroomsterkte weet
R
: Weerstand in ohm (Ω)
U:
Spanning in volt (V)
I
: Stroomsterkte in ampère (A)
R
=
I
U
Slide 17 - Slide
Stroom "afremmen"
Slide 18 - Slide
Weerstanden in serie
De stroomsterkte is overal gelijk:
I
tot
= I
1
= I
2
De spanning verdeelt zich:
U
tot
= U
1
+ U
2
Slide 19 - Slide
Weerstanden parallel
De stroomsterkte verdeelt zich:
I
tot
= I
1
+ I
2
De spanning is overal gelijk:
U
tot
= U
1
= U
2
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Wat geldt er voor de
spanning bij een serie-
schakeling?
A
U is overal gelijk
B
U splitst zich op
C
Utot = U1 = U2 = U3
D
Utot = U1 + U2 + U3
Slide 22 - Quiz
Wat geldt er voor de stroom-
sterkte bij een serie-
schakeling?
A
I is overal gelijk
B
I splitst zich op
C
Itot = I1 = I2 = I3
D
Itot = I1 + I2 + I3
Slide 23 - Quiz
A
0 V
B
3 V
C
6 V
D
9 V
Slide 24 - Quiz
A
0 A
B
3 A
C
6 A
D
9 A
Slide 25 - Quiz
A
0 V
B
3 V
C
6 V
D
9 V
Slide 26 - Quiz
A
0 A
B
3 A
C
6 A
D
9 A
Slide 27 - Quiz
Wat hoort er op de puntjes?
A
5 A
B
1 A
C
8 A
D
4 A
Slide 28 - Quiz
Wat geldt er voor de
spanning bij een parallel-
schakeling
A
U is overal gelijk
B
U splitst zich op
C
Utot = U1 = U2 = U3
D
Utot = U1 + U2 + U3
Slide 29 - Quiz
Vervangingsweerstand
Hoe groot is de totale weerstand van meerdere weerstand
Meer weerstanden in serie is
grotere weerstand
Slide 30 - Slide
Twee weerstanden van 50 Ω zijn in serie geschakeld. Hoe groot is de vervangingsweerstand?
A
1 Ω
B
25 Ω
C
50 Ω
D
100 Ω
Slide 31 - Quiz
Vervangingsweerstand
Hoe groot is de totale weerstand van meerdere weerstand
Meer weerstanden parallel is is
kleinere weerstand
Slide 32 - Slide
Vervangingsweerstand
Hoe groot is de totale weerstand van meerdere weerstand
Serieschakeling Parallelschakeling
Slide 33 - Slide
Bereken de vervangingsweerstand.
Gegevens: R
1
= 10 Ω
R
2
= 20 Ω
Gevraagd: R
v
= ?
Berekening:
Antwoord:
R
v
1
=
R
1
1
+
R
2
1
R
v
1
=
1
0
1
+
2
0
1
=
0
,
1
5
R
v
=
0
,
1
5
1
R
v
=
6
,
7
Ω
Slide 34 - Slide
R1 (10 Ω) en R2 (10 Ω) zijn parallel geschakeld. Hoe groot is de vervangingsweerstand?
A
R = 0,20 Ω
B
R = 1 Ω
C
R = 5 Ω
D
R = 20 Ω
Slide 35 - Quiz
Twee weerstanden zijn parallel geschakeld. R1 = 30 Ω en R2 = 50 Ω.
Bereken de vervangingsweerstand.
Slide 36 - Open question
Aan de slag
Maak van H5.3 (blz 91 en verder)
Slide 37 - Slide
Begrippen uit deze les
Serieschakeling
Parallelschakeling
Vervangingsweerstand
Totale stroomsterkte
Slide 38 - Slide
Begrippen uit deze les
Slide 39 - Slide
Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd
Slide 40 - Open question
Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen
Slide 41 - Open question
Volgende les:
Practicum
Slide 42 - Slide
More lessons like this
3V - H5.3 - 2
May 2024
- Lesson with
32 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
§6.3 - Weerstanden schakelen oefenen
May 2022
- Lesson with
44 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H2. Serie en Parallel schakelingen
April 2024
- Lesson with
26 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
H6 Schakelingen § 2 en §3 weerstand Klas 3
March 2020
- Lesson with
43 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H5§3 serieschakeling
February 2022
- Lesson with
21 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
7. Weerstanden serie en parallel deel 2
October 2022
- Lesson with
41 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Elektriciteit - Vervangingsweerstand
May 2022
- Lesson with
14 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
H9 - §9.3 Vervangingsweerstand
September 2022
- Lesson with
43 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3