Unit 4.4 (14-03)

Hello V1KT1! :) 





Phone in the phonebag? Coat in the hallway? Books, notebook, Chromebook & a pen on your table? Awesome!
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hello V1KT1! :) 





Phone in the phonebag? Coat in the hallway? Books, notebook, Chromebook & a pen on your table? Awesome!

Slide 1 - Slide

Today:
1. Recap
2. Homework check
3. Grammar:
present simple
4. Get to work!
5. Checking goals
6. Homework




Goals (aan het einde van de les...) :

- Weet je hoe je bijwoorden in het Engels gebruikt (herhaling).
- Weet je wat some & any betekenen en hoe je deze woorden kunt gebruiken.
- Heb je goed meegedaan. 

Slide 2 - Slide

1. Recap
Tijdens de recap ben je stil. Bij vragen of opmerkingen steek je je vinger op.

Slide 3 - Slide

Wat waren adverbs of frequency ook al weer? Noem voorbeelden of geef een uitleg.

Slide 4 - Open question

Bijwoorden komen meestal voor / na het hoofdwerkwoord.
A
voor
B
na

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Na welk werkwoord komt de adverb erna?

Slide 7 - Open question

Some en any betekenen...
A
niks / geen
B
enkele / enige / een paar
C
alles / allemaal

Slide 8 - Quiz

Bevestigende zinnen
Ontkennende zinnen
Vragende zinnen
Any
Some

Slide 9 - Drag question

1. Recap: some / any
Write down in your notebook!
Tijdens de uitleg ben je stil.
Bevestigend: some
We have some pizza in the fridge.
I have some friends in Florida.
Vragend: any
Do we have any biscuits left?
Have you got any plans today?
Ontkennend: not any
I don't have any time today.
She doesn't want any pasta.

Slide 10 - Slide

2. Homework check
Wat was het huiswerk?
Maken: Unit 4, lesson 4 opdracht 32, 33, 35, 36


Ik kom controleren.
Terwijl ik rondloop mag je zachtjes / rustig kletsen op je eigen plek.

Slide 11 - Slide

2. Homework check
Wat was het huiswerk?
Maken: Unit 4, lesson 4 opdracht 32, 33, 35, 36


We kijken samen opdracht 32 en 33A na.
Tijdens het nakijken ben je stil. Bij vragen en / of opmerkingen steek je je vinger op.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat weet je nog over
de present simple?

Slide 14 - Mind map

3. Grammar: present simple (tegenwoordige tijd)
Tijdens de uitleg ben je stil.
Dutch:

Ik loop
Jij loopt
Hij loopt
Zij loopt
Het loopt
Wij lopen
Jullie lopen
Zij lopen
English:

I walk
You walk
He walks
She walks
It walks
We walk
You walk
They walk

Slide 15 - Slide

SHIT                   RULE

Slide 16 - Slide

SHIT-RULE

Slide 17 - Slide

Uitzonderingen

Slide 18 - Slide

He ... (to call) her every day.
A
call
B
calls

Slide 19 - Quiz

We always ... (to sing) a song at home.
A
sing
B
sings

Slide 20 - Quiz

I never ... (to wear) a dress to school.
A
wear
B
wears

Slide 21 - Quiz

It never ... (to snow) in July.
A
snow
B
snows

Slide 22 - Quiz

He always ... (to fly) to Paris in August.
A
fly
B
flys
C
flies

Slide 23 - Quiz

3. Grammar: present simple
We kijken samen de werkbladen na!
timer
1:00

Slide 24 - Slide

4. Get to work!
Do:
Present simple
  • Werkbladen





Klaar?
Leren van de words, phrases en grammar.










How?
- In tweetallen.
- Zachtjes overleggen.
- Muziek via je Chromebook.
- Steek je hand op bij vragen.
- Tijd tot afsluiting les. 






Slide 25 - Slide

5. Checking goals
  1. Wanneer gebruik je de present simple?
  2. Wat is de shit-rule?

Slide 26 - Slide

     5. Homework
Voor dinsdag 15 maart (1e uur):

Leren: Vocab, grammar, phrases unit 4



Neem ook je schrift mee!


Slide 27 - Slide