Woordenschat

Wat is de betekenis van:
anatomie
A
Het geheel van het lichaam
B
Je botten, weet je!
C
Je spieren, auw!
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Wat is de betekenis van:
anatomie
A
Het geheel van het lichaam
B
Je botten, weet je!
C
Je spieren, auw!

Slide 1 - Quiz

Wie is hier de baliekluiver?
A
De persoon die veel de balie gebruikt
B
Die niksnut
C
De persoon die veel spareribs eet

Slide 2 - Quiz

Die man heeft mij verkeerd bejegend!
Wat deed hij dan?
A
De deur in mijn gezicht dicht gedaan.
B
Het met mij uitgemaakt!
C
Mij slecht behandeld/aangesproken

Slide 3 - Quiz

Cognitief. Dat heeft te maken met je hersenen, maar wat doen die dan?
A
Vooral veel nadenken
B
Veel zuurstof gebruiken
C
Informatie verwerken

Slide 4 - Quiz

Wat betekent 'bilateraal' overleg?

Slide 5 - Open question

Bonafide betekent: betrouwbaar. Wie is er dan niet betrouwbaar? Mensen of organisaties/bedrijven?

Slide 6 - Open question

Maak een zin met het woord 'catastrofe'

Slide 7 - Open question

Het woord 'orgaan' is een homoniem. Waarom?

Slide 8 - Open question

Acquisitie betekent:
A
personeel zoeken
B
klanten werven
C
klanten behouden
D
personeel betalen

Slide 9 - Quiz

Wat is het juiste synomiem voor 'accorderen'?
A
Navragen
B
Doorverwijzen
C
Goedkeuren
D
Achterlaten

Slide 10 - Quiz