Vraag en Aanbod (4e) H3. Formules en grafieken

Kosten, opbrengsten en winst
p       = prijs (price)
q       = hoeveelheid (quantity) = afzet
TO    = Totale Opbrengst = omzet = p x q
TCK = Totale Constante Kosten (onafhankelijk van q) = CK
TVK = Totale Variabele Kosten (afhankelijk van q) = VK x q
TK    = Totale Kosten = TCK + TVK
TW   = Totale Winst = TO - TK

1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Kosten, opbrengsten en winst
p       = prijs (price)
q       = hoeveelheid (quantity) = afzet
TO    = Totale Opbrengst = omzet = p x q
TCK = Totale Constante Kosten (onafhankelijk van q) = CK
TVK = Totale Variabele Kosten (afhankelijk van q) = VK x q
TK    = Totale Kosten = TCK + TVK
TW   = Totale Winst = TO - TK

Slide 1 - Slide

Totale Kosten (TK)
Auto (2e hands): € 10.000
Benzinekosten per rit: € 10
Loonkosten per rit: € 20
q (afzet) = aantal ritten per maand (x-as)

TCK =
  • Totale Constante Kosten = 10.000 
TVK =
  • Totale Variabele Kosten = 30q
TK =
  • Totale Kosten = 10.000 + 30q 

Slide 2 - Slide

Gemiddelde Kosten
Gemiddelde = totaal / aantal

GCK = Gemiddelde Contante Kosten = TCK / afzet (q)
GVK = Gemiddelde Variabele Kosten = TVK / afzet (q)
GTK = Gemiddelde Totale Kosten = TK / afzet (q) = GCK + GVK

Waarom blijft de GVK gelijk als de afzet (q) toeneemt?
  • de variabele kosten zijn hier proportioneel: per product blijven de variabele kosten gelijk

Waarom daalt de GCK (en GTK) als de afzet (q) toeneemt?
  • je kunt de TCK over meer producten verdelen: per product dalen de constante kosten

Slide 3 - Slide

Kosten, opbrengsten en winst
Welke lijn is de Totale Opbrengst functie?
  • de groene lijn
Hoeveel is de verkoopprijs?
  • p = richtingscoëfficient van de TO = ∆TO / ∆q
  • p = € 150 (bv € 90.000 / 600)
Hoeveel is de TO? 
  • TO = Totale Opbrengst
  • TO = 150q
 Hoeveel is de TK?
  • TK = Totale Kosten = TCK + TVK
  • TK = 20.000 + 100q
Hoeveel is de Totale Winst (TW)?
  • TW = TO - TK
  • TW = 150q - (20.000 + 100q)
  • TW = 50q - 20.000

Slide 4 - Slide

Break-evenpunt
Het break-evenpunt van een onderneming is de omzet die een bedrijf moet genereren om in financieel evenwicht te zijn. Op het break-even punt zijn de kosten en de opbrengsten voor een onderneming gelijk. De onderneming maakt op het break-evenpunt geen winst of verlies met de productie en de verkoop van een product.

Wat is links het Break-evenPunt (BEP)?
  • snijpunt bij TO = TK
Wat is links de Break-evenAfzet (BEA)?
  • q bij TO = TK
  • BEA = 400
Wat is links de Break-evenOmzet (BEO)?
  • p x q bij TO = TK
  • BEO = € 60.000

Slide 5 - Slide

Kosten, opbrengsten en winst
Hoeveel is de TO?
  • TO = 150q
 Hoeveel is de TK?
  • TK = 20.000 + 100q
Hoeveel is de TW?
  • TW = 50q - 20.000
Hoeveel is de BEA?
  • BEA = Break-EvenAfzet = q bij TO = TK
  • 150q = 20.000 + 100q
  • 50q = 20.000
  • q = 400 (winst = 0)
  • of TW = 0 = 50q - 20.000 => q = 400
Hoeveel is de BEO?
  • BEO = Break-EvenOmzet = p x q bij TO = TK
  • BEO = 150 x 400 = 60.000 (winst = 0)

Slide 6 - Slide

Gemiddelde kosten, opbrengsten en winst
Gemiddelde = totaal / aantal

GCK = Gemiddelde Contante Kosten = TCK / afzet (q)
GVK = Gemiddelde Variabele Kosten = TVK / afzet (q)
GTK = Gemiddelde Totale Kosten = TK / afzet (q) = GCK + GVK
GO   = Gemiddelde Opbrengst = TO / afzet (q) = p
GW  = Gemiddelde Winst = TW / afzet (q) = GO - GTK

Break-EvenPunt (BEP) bij:
  • TO = TK (of TW = 0) en 
  • GO = GTK (of GW = 0)

Slide 7 - Slide

Break-even punt

Slide 8 - Slide

Afkortingen en formules
p =
q =
TO =
TCK = 
TVK = 
TK = 
TW =

GO =
GCK =
GVK =
GTK =
GW = 

BEP = 
BEA =
BEO =
  • prijs (price)
  • hoeveelheid (quantity) = afzet
  • Totale Opbrengst = omzet = p x q
  • Totale Constante Kosten (onafhankelijk van q) = CK
  • Totale Variabele Kosten (afhankelijk van q) = VK x q
  • Totale Kosten = TCK + TVK
  • Totale Winst = TO - TK

  • Gemiddelde Opbrengst = TO / afzet (q) = p
  • Gemiddelde Contante Kosten = TCK / afzet (q)
  • Gemiddelde Variabele Kosten = TVK / afzet (q)
  • Gemiddelde Totale Kosten = TK / afzet (q) = GCK + GVK
  • Gemiddelde Winst = TW / afzet (q) = GO - GTK

  • Break Even Punt (TO = TK)
  • Break Even Afzet (q bij TO = TK)
  • Break Even Omzet (p x q bij TO = TK)

Slide 9 - Slide

Doelstelling onderneming
Doelstelling 1: Kostendekking
  • Break-evenpunt analyse
  • TO = TK
  • of GO = GTK

Doelstelling 2: Winstmaximalisatie
  • Marginale analyse
  • MO = MK

Slide 10 - Slide

Marginale analyse
MO = Marginale Opbrengst
  • extra opbrengst als er één extra product verkocht wordt
  • MO = ∆TO / ∆q
  • MO = GO = p (bij een vaste verkoopprijs!)

MK = Marginale Kosten
  • extra kosten als er één extra product gemaakt wordt
  • MK = ∆TK / ∆q
  • MK = GVK (bij proportioneel variabele kosten!)

MW = Maximale Winst bij q als MO = MK!

TW = TO - TK (maximale winst bij grootste verschil tussen TO en TK)
GW = GO - GTK (maximale winst bij grootste verschil tussen GO en GTK)

Slide 11 - Slide

Maximale Winst (stappen)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Oefening (maximale winst 1)
Wat is de maximale winst?
  • maximale winst bij MO = MK
  • q = 80 miljoen liter bij MO = MK
  • prijs = GO = € 8,00
  • kostprijs = GTK = € 6,20
  • gemiddelde winst = € 1,80
  • maximale winst = € 144 miljoen

Slide 14 - Slide

Oefening (maximale winst 2)
Wat is de maximale winst?
  • maximale winst bij MO = MK
  • q = 45 bij MO = MK
  • prijs = GO = € 31
  • kostprijs = GTK = € 19
  • gemiddelde winst = € 31 - € 19 = € 12
  • maximale winst = € 12 x 45 =€ 540

Slide 15 - Slide