NOVA - Spelling les 6




WELKOM BIJ HET VAK NEDERLANDS!
 


MEVROUW DUINHOUWER
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson




WELKOM BIJ HET VAK NEDERLANDS!
 


MEVROUW DUINHOUWER

Slide 1 - Slide

Lesprogramma 
Uitleg
Infinitief
Gebiedende wijs
Sterke en zwakke werkwoorden 

TOETS WERKWOORDSPELLING: 28 JANUARI !








Slide 2 - Slide

Deze les
Ik weet wat de infinitief is
Ik weet wat de gebiedende wijs is
Ik weet wat zwakke en sterke werkwoorden zijn

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

De infinitief (inf)

Is het hele werkwoord: lopen, maken, eten, bewegen etc.

Verandert niet bij veranderen van tijd  (het is tenslotte geen pv!)


Ik heb zin om een Big Mac te eten.  

Hij kan goed voetballen


Slide 5 - Slide

De infinitief
De infinitief is het hele, onvervoegde werkwoord. Bij de persoonsvorm tegenwoordige tijd kom je ook het hele werkwoord tegen, maar dat is niet hetzelfde als de infinitief!

Wij zullen morgen gaan reizen. > Wij zouden morgen gaan reizen.
Alleen de pv verandert van tijd: zullen is dus de pv.
gaan en reizen zijn infinitieven!

Slide 6 - Slide

Haal de infinitief/infinitieven uit deze zin:

Wij willen volgend jaar met onze vrienden naar Canada vliegen.

Slide 7 - Open question

Haal de infinitief/infinitieven uit deze zin:

Wij zullen binnen een paar weken gaan verhuizen.

Slide 8 - Open question

Haal de infinitief/infinitieven uit deze zin:

Zij willen niet dat wij de hele middag gaan bakken.

Slide 9 - Open question

Haal de infinitief/infinitieven uit deze zin:

Zij lopen al de hele ochtend te klieren.

Slide 10 - Open question

  • Je geeft iemand een gebod/commando/bevel.
  • Als er in een zin een gebiedende wijs wordt gebruikt, staat er geen onderwerp in.
  • De gebiedende wijs staat in de ik-vorm.
  • Het werkwoord staat vooraan in de zin.
  • Bijvoorbeeld: Doe je schoenen uit!  Houd je mond dicht!

Gebiedende wijs

Slide 11 - Slide

Schrijf de gebiedende wijs op van:
Houden, worden, geven, lopen, werken.

Slide 12 - Open question

Voltooid deelwoord
Als je wil vertellen dat iets al is gebeurd, dan gebruik je een voltooid deelwoord in de zin. Voltooid betekent dat iets af is. Er gebeurt daarna niets meer. 

Ik huil (Tegenwoordige Tijd)
Ik huilde (Verleden Tijd)
Ik heb gehuild (Voltooid Deelwoord)

Je kunt een voltooid deelwoord op verschillende manieren herkennen:
1. Een voltooid deelwoord begint bijna altijd met ge–, be-, ver- of ont-.
2. Een voltooid deelwoord eindigt op –en, –t of –d.
3. Bij een voltooid deelwoord hoort altijd een hulpwerkwoord (hebben/zijn).


Slide 13 - Slide

Soms ben je nog niet klaar met IETS doen.
Het is ONvoltooid.

>'Lopend' moet ik naar huis.
>'Fluitend' kom ik binnen.
Het onvoltooid deelwoord (OD)

Slide 14 - Slide

Het onvoltooid deelwoord
Het hele werkwoord + d

huilend
lachend
gillend
Lachend fiets ik naar school.
Huilend at ik de zuurkool.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

't(ex)Kofschip:

Verleden tijd van zwakke werkwoorden



Stam eindigt op:

t-k-f-s-ch-p-x

dan te(n)


lachen

stam = lach

ik lachte

wij lachten


werken

stam = werk

ik werkte

wij werkten

ik heb gewerkt


reizen

stam = reiz (!)

ik reisde

wij reisden

ik heb gereisd






Slide 17 - Slide

Sterk werkwoord
Zwak werkwoord
Zingen
Klappen
Lopen
Reizen
Fietsen
Kijken
Lezen
Spelen

Slide 18 - Drag question

OPDRACHT
Maak de oefentoetsen 1.5 en 1.6 in It's Learning
Bronnen -> Spelling ->
Toets 1.5 Infinitief
Toets 1.6 Gebiedende wijs
Klaar of al gedaan? -> Extra oefenen + uitleg in It's Learning



Slide 19 - Slide