Mobiliteit in verschillende situaties H23

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

H 23 Mobiliteit in verschillende situaties

Bespreken opdracht vorige week 

• Aan wat voor beperkingen/ziekte of aandoening kun je denken binnen iedere mobiliteitsklassen;
• Benoem daar de evt. hulpmiddelen bij (andere voorbeelden dan in je boek). Je kunt beide websites hiervoor gebruiken.
  
• Wat is jouw rol als verpleegkundige bij deze hulpmiddelen. Bewaak de zelfredzaamheid van de zorgvrager! 

Leerdoelen

• Je kunt een zorgvrager met mobiliteitsbeperkingen ondersteunen en advies geven bij de verschillende transfers.
• Mobiliteitsproblemen ondersteunen tijdens het lopen. 
• Je kunt het belang beschrijven van een goede zithouding op een stoel of een rolstoel. 

Zorgvrag

Zorgvragers met mobiliteitsklasse C, D en E zijn extra vatbaar voor?

1. Spierkrampen
2. Overgewicht
3. Decubitus
4. Geen van allen

Wat zijn de risico's om decubitus te krijgen?

Hoe kun je decubitus voorkomen?

Maar ook vatbaar voor.......

Transferprotocol

• Onderdeel van het zorgdossier
• Geeft precies aan hoe de transfers moeten verlopen
• Regelmatige herziening noodzakelijk

Zijn deze ook in de zorgdossiers van je stageplek?

Fysieke overbelasting

Verschilt per situatie en hangt af van:

• de mate van zelfstandigheid van zv
• de werkhouding bij die handeling
• fysieke inspanning
• werkomgeving
• beschikbare hulpmiddelen

https:

https:

Lig en zithoudingen in bed

• Vlakke ligging; op de rug met dun kussentje
• Buikligging; plat op de buik met hoofd naar een zijkant
• Zijligging; op een zij liggen, evt. ondersteuning met kussens
• Halfzittende houding; hoofd wordt ondersteunt door kussens of verstelbaar hoofdeinde.

Casus
Meneer Jansen woont al een aantal jaren in een verpleeghuis. Meneer kan niet meer lopen en heeft geen sta-functie meer. Meneer is rolstoelafhankelijk.
Welk hulpmiddel gebruik je om meneer uit bed te halen?

1. Een draaischijf
2. Een actieve tillift
3. Een passieve tillift
4. Geen van de drie

De tillift

Als een zorgvrager zich niet meer kan verplaatsen, wordt er een tillift gebruikt. 

Er zijn twee soorten liften:

• de actieve lift  
• de passieve lift

Om een keuze te maken tussen een actieve- of passieve lift, moet je weten wat een zorgvrager nog zelf kan. 

Door welke oorzaken kunnen ouderen vallen?

Vallen door:

• verminderd evenwichtsgevoel
• afnemende spierkracht
• slechter zicht
• andere manier/ houding van lopen
• ziekte
• niet gebruiken van hulpmiddelen
• slechte verlichting
• hindernissen (deurmat, drempels etc)
• uitglijden
• medicijnen of genotsmiddelen
• duizeligheid