Eu en Nederland

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 3

Leerdoelen, Na de les weetje:

• Welke afspraken er in de EU zijn gemaakt
• Hoe belangrijk de EU is voor de Nederlandse handel
• Hoe een land zijn internationale concurrentiepositie kan versterken
• Welke handelingsbelemmeringen er zijn
• Wat de gevolgen van die handelsbelemmeringen zijn

EU=Europese Unie

• gemeenschappelijke regels (harmonisatie --> eerlijke concurrentie tussen landen van EU)
  
• vrijhandel (de EU heeft een interne markt)
  

Vrij verkeer van: 

• goederen en diensten (vrijhandel)
  
• personen (je mag in elk EU land wonen, werken en studeren)
  
• kapitaal (je kunt geld op een rekening in een ander EU-land zetten)

Welke regels zijn in alle EU landen niet hetzelfde ?

Hoe noem je het gelijktrekken van regels binnen de EU ?

1. Contingentering
2. Protectiemaatregelen
3. Harmonisatie
4. Protectionisme

Wanneer heb je een goede concurrentiepositie als land?

• Goede kwaliteit goederen/diensten leveren
• Goed onderwijs
• Goede infrastructuur
• Investeren in innovaties
• Lage lonen
  

De lonen mogen niet hard stijgen zegt de minister

Je ziet hieronder drie tussenstappen. Zet ze in een zodanige volgorde dat ze de gedachtegang van de minister juist weergeven.

1. verslechtering internationale concurrentiepositie
2. hogere bedrijfskosten
3. hogere verkoopprijzen

hogere lonen

minder export Nederlandse bedrijven

1

2

3

VRIJHANDEL

(globalisering)

Gevolg: internationale arbeidsverdeling

= productie vindt plaats in

het land waar dit het goedkoopste / beste kan.

PROTECTIONISME

(handelsbelemmeringen)

1. invoerrechten
2. contingentering
3. exportsubsidie
4. Invoerverbod
   

Doel: eigen bedrijfsleven beschermen t.o.v. concurrentie buitenland.

1. Invoerrechten

= douanerechten = importheffingen

= extra belasting op ingevoerde producten

Invoerrechten zijn in alle lidstaten van de EU gelijk (= gemeenschappelijk buitentarief).

2. Contingentering

= importquota

(een maximum stellen aan het aantal producten dat mag worden ingevoerd)

3. Exportsubsidie

= extra geld van de overheid (EU) aan

    exporterende bedrijven

4. Invoerverbod

= het product mag niet worden ingevoerd

A. Als de EU invoerrechten heft op producten uit de VS, dan worden deze producten duurder/goedkoper  voor consumenten in Europa/de VS, zodat wij meer/minder  van dit soort producten uit de VS importeren.

B. Bij contingentering mogen er een beperkt aantal/helemaal geen producten worden ingevoerd.

C. Als Nederlandse bedrijven exportsubsidies betalen/ontvangen, worden hun producten duurder/goedkoper  voor buitenlandse afnemers, zodat die meer/minder Nederlandse producten kopen.

A.
       duurder     /      goedkoper
       Europa      /       de VS
       meer          /       minder

B.     beperkt aantal / helemaal geen

C.
        betalen      /       ontvangen
        duurder     /       goedkoper
        meer           /       minder

protectie - maatregelen

Importbeperkende maatregelen

exportbevorderende maatregelen

.................................................
.................................................

.................................................
.................................................

.................................................
.................................................

.................................................
.................................................

invoerrechten / douanerechten

invoerverbod

contingentering / importquota

exportsubsidie

Internationale handel is:

1. importeren
2. exporteren
3. doorvoeren
4. alle onder a, b en c genoemde dingen

Juist of onjuist?
Binnen de EU is er altijd sprake van vrijhandel.

1. Juist
2. Onjuist

Wat is het doel van protectiemaatregelen?

1. beschermen van de burgers
2. beschermen van de overheid
3. beschermen van de het buitenland
4. beschermen van het bedrijfsleven

Als er een maximaal aantal producten mag worden ingevoerd, dan is er sprake van ...

1. invoerrechten
2. contingentering
3. exportsubsidie
4. invoerverbod

Als de overheid extra geld geeft aan exporterende bedrijven, dan is er sprake van ...

1. invoerrechten
2. contingentering
3. exportsubsidie
4. invoerverbod

Niet ieder land tevreden

Je hebt vast over de Brexit gehoord. Wat weten jullie over de Brexit ?

Welke baan heeft Boris Johnson

1. Minister van buitenlandse zaken
2. Minister van Economische zaken
3. Minister-President
4. Brexit onderhandelaar

Waarom wilden de Engelsen uit de EU stappen ?

1. Veel Britten houden niet van samenwerken
2. Veel Britten vinden de EU te veel regels heeft
3. Britten willen geen Euro gebruiken
4. Britten willen geen handel meer met het buitenland

Wat is waar ?

1. Iets meer dan de helft van de Britten wilden de Brexit.
2. Bijna alle Britten wilden de Brexit

Stel dat Nederland uit de EU wilt stappen, wat zou je daar van vinden ?

Samenvatting & huiswerk

• Welke afspraken zijn er in de EU gemaakt? Noem 2 voorbeelden.
  
• Hoe belangrijk de EU is voor de Nederlandse handel? Beargumenteer.
  
• Hoe kan een land zijn internationale concurrentiepositie versterken? Noem een voorbeeld en minimaal één argument voor en tegen.
• Welke handelingsbelemmeringen ken je? Noem 2 voorbeelden en omschrijf in je eigen woorden wat de gevolgen kunnen zijn van dergelijke handelsbelemerringen.