Bijvoeglijke bepaling

Grammatica - zinsdelen
Bijvoeglijke bepaling
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 16 min

Items in this lesson

Grammatica - zinsdelen
Bijvoeglijke bepaling

Slide 1 - Slide

Wat weet je al?
  1. pv                  tijdproef/ vraag van de zin maken
  2. ww gez.       alle ww
  3. ond              WIE/wat + gez.?
  4. lv                    WAT/wie + gez. + ond
  5. mv                 aan wie/voor wie  + gez. + ond + mv?
  6. bwb              waar? wanneer? waarom? hoe laat? (rest!)

Slide 2 - Slide

De docent heeft ons het antwoordenboekje gegeven.
Wat is de pv?
A
de docent
B
heeft
C
ons
D
het antwoordenboekje

Slide 3 - Quiz

De docent heeft ons het antwoordenboekje gegeven.
Wat is het wwg?
A
de docent
B
heeft
C
heeft gegeven
D
het antwoordenboekje

Slide 4 - Quiz

De docent heeft ons gisterenhet antwoordenboekje gegeven.
Wat is de bijw bep?
A
de docent
B
gisteren
C
heeft gegeven
D
het antwoordenboekje

Slide 5 - Quiz

De docent heeft ons gisteren het antwoordenboekje gegeven.
Wat is het onderwerp?
A
de docent
B
docent
C
gisteren
D
het antwoordenboekje

Slide 6 - Quiz

De docent heeft ons gisteren het antwoordenboekje gegeven.
Wat is het lv?
A
de docent
B
ons
C
heeft gegeven
D
het antwoordenboekje

Slide 7 - Quiz

De docent heeft ons gisteren het antwoordenboekje gegeven.
Wat is het mv?
A
de docent
B
heeft
C
ons
D
het antwoordenboekje

Slide 8 - Quiz

Wat is het LV?
Ik wil een voetbal hebben.
A
ik
B
wil hebben
C
voetbal
D
een voetbal

Slide 9 - Quiz

Doel
Aan het einde van deze les kunnen jullie allemaal de bijvoeglijke bepaling(en) in een zin vinden.

Slide 10 - Slide

Bijvoeglijke bepaling
  • extra info binnen een zinsdeel
  • hoort bij een zn
  • voor of achter een zn
  • kun je weglaten!


Slide 11 - Slide

Hoe werkt het?
  • Deze gave iPhone / zit / in een hoesje met veel blingbling./

  • Deze gave iPhone / zit / in een hoesje met veel blingbling./

  • Deze gave iPhone / zit / in een hoesje met veel blingbling./


  • gave -> iPhone
     met veel blingbling -> hoesje

Slide 12 - Slide

Noteer het zn uit het zinsdeel:
een spekgladde weg
A
een
B
spekgladde
C
weg

Slide 13 - Quiz

Noteer de bijv.bep. uit het zinsdeel:
een spekgladde weg
A
een
B
spekgladde
C
weg

Slide 14 - Quiz

Noteer het zn uit het zinsdeel:
verse melk
A
verse
B
melk

Slide 15 - Quiz

Noteer de bijv.bep. uit het zinsdeel:
verse melk
A
verse
B
melk

Slide 16 - Quiz

Noteer het znw uit het zinsdeel:
die bekende Nederlander
A
die
B
bekende
C
Nederlander

Slide 17 - Quiz

Noteer de bijv.bep. uit het zinsdeel:
die bekende Nederlander
A
die
B
bekende
C
Nederlander

Slide 18 - Quiz

Bij welke znw horen deze bijv. bep.?
Tessa heeft haar beste vriendin uitgenodigd voor een gezellig avondje.

Slide 19 - Open question

Bij welke znw horen deze bijv. bep.?
Die vaas van glas heb ik van mijn vriendin uit Italië gekregen.

Slide 20 - Open question

Bij welke znw horen deze bijv. bep.?
Mylan heeft een proefabonnement van drie maanden op een tijdschrift over motoren.

Slide 21 - Open question

Snap je het?
A
Ja, ik kan nu zelf aan het werk!
B
Nee, ik heb extra hulp/uitleg nodig

Slide 22 - Quiz