donderdag 26 augustus

donderdag groep  A
  1. Dictee: woorden kleding 5.1 en 5.2  
  2. uitleg werkwoordspelling
  3. hebben en zijn + werkblad
  4. Dictee + lezen in leesboekje
  5. opdrachten uitvoeren
  6.  luisteropdrachten

  1. Werken met eigen methode
  2. schrijfopdrachten Diglin
  3. Lowan start:  nieuwe bladen
  4. oefenen met Quizlet 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

donderdag groep  A
  1. Dictee: woorden kleding 5.1 en 5.2  
  2. uitleg werkwoordspelling
  3. hebben en zijn + werkblad
  4. Dictee + lezen in leesboekje
  5. opdrachten uitvoeren
  6.  luisteropdrachten

  1. Werken met eigen methode
  2. schrijfopdrachten Diglin
  3. Lowan start:  nieuwe bladen
  4. oefenen met Quizlet 

Slide 1 - Slide

werkwoorden
lopen
ik loop
jij loopt
hij loopt
zij loopt
wij lopen
jullie lopen
zij lopen

aantrekken

ik trek aan
jij trekt aan
hij trekt  aan
zij trekt aan 
wij trekken aan
jullie trekken aan
zij trekken aan

Slide 2 - Slide

hebben 

ik heb een fiets
jij hebt een fiets
hij heeft een fiets
zij heeft een fiets
wij hebben een fiets
jullie hebben een fiets
zij hebben een fiets

zijn

ik ben Ali
jij bent Zara
hij is
zij is
wij zijn
jullie zijn
zij zijn

Slide 3 - Slide

De man ...................een auto.
A
heb
B
hebt
C
heeft
D
hebben

Slide 4 - Quiz

Jij ...................een fiets
A
heb
B
hebt
C
heeft
D
hebben

Slide 5 - Quiz

Wij..................honger.
A
heb
B
hebt
C
heeft
D
hebben

Slide 6 - Quiz

Die mensen ................ aardig..
A
ben
B
is
C
bent
D
zijn

Slide 7 - Quiz

Jij ................moe
A
ben
B
is
C
bent
D
zijn

Slide 8 - Quiz

De vrouw ................oud.
A
ben
B
is
C
bent
D
zijn

Slide 9 - Quiz

Ik ................docent.
A
ben
B
is
C
bent
D
zijn

Slide 10 - Quiz

De vrouw ................
een huis

Slide 11 - Open question

Het meisje .........haar jas ..............

Slide 12 - Open question

Ik...............
met een pen.

Slide 13 - Open question

De man .............op één been.

Slide 14 - Open question

Zij .....................de hele dag

Slide 15 - Open question

aantrekken /uittrekken
Ik trek mijn jas uit
hij trekt zijn vest aan.
ik trek mijn sokken aan
zij trekt haar handschoenen uit. 

Slide 16 - Slide

in de kledingwinkel
Mag ik wat vragen? Waar kan ik de ................................vinden?
Daar hangen ze, rechts
Welke maat heeft u?
Ik heb maat 42
Welke kleur zoekt u?
Ik vind blauw mooi.
Wilt u deze even passen?

Slide 17 - Slide

mijn tas     van mij 
jouw huis    van jou   
zijn huis       van hem 
haar kamer    van haar     ons huis      van ons 
jullie auto  van jullie 
hun klas     van hen  

jij
hij
zij 
jullie
wij
ik
zij 

Slide 18 - Slide

Wat dragen ze?
Wat draagt ze?
Wat heeft ze aan?
Ze draagt een broek 
Hij heeft een trui aan

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video