Stam en ik-vorm

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo
• Leerjaar 1

Stam & ik-vorm

Vandaag leren we hoe we de stam van een werkwoord kunnen vinden. 

Stam

De stam van het werkwoord is het hele werkwoord zonder -en:

fietsen - fiets

lopen - loop

praten - praat

verhuizen - verhuiz

Ik-vorm

De ik-vorm is het woord dat achter ‘ik’ komt te staan.

Soms moet je de stam aanpassen om de ik-vorm te krijgen,

bijvoorbeeld bij het werkwoord 'proeven':

stam = proev (hele werkwoord zonder -en)

ik-vorm = proef (ik proef)

Ik-vorm

De ik-vorm is het woord dat achter ‘ik’ komt te staan.

Soms moet je de stam aanpassen om de ik-vorm te krijgen,

bijvoorbeeld bij het werkwoord 'lopen':

stam = lop (hele werkwoord zonder -en)

ik-vorm = loop (ik loop)

Ik-vorm

De ik-vorm is het woord dat achter ‘ik’ komt te staan.

Soms moet je de stam aanpassen om de ik-vorm te krijgen,

bijvoorbeeld bij het werkwoord 'zitten':

stam = zit (hele werkwoord zonder -en)

ik-vorm = zit (ik zit)

Wat is de stam van 'graven'?

Wat is de ik-vorm van het woord "graven"?

Wat is de stam van 'verven'

Wat is de ik-vorm van het woord "verven"?

Noem de ik-vormen van de volgende werkwoorden:
Bakken, raken, verhuizen.

Aan de slag!

maak opdracht 1 t/m 8

 blz. 109 t/m 116