Oefenvragen De Tweede Wereldoorlog

Klik op de afbeelding en bekijk de bron.

Welk aanval past bij de bron?
A
Blitzkrieg
B
D-day
C
Operatie Barbarossa
D
Slag om Stalingrad
1 / 31
next
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havoLeerjaar 2,3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Klik op de afbeelding en bekijk de bron.

Welk aanval past bij de bron?
A
Blitzkrieg
B
D-day
C
Operatie Barbarossa
D
Slag om Stalingrad

Slide 1 - Quiz


Welke groep kwam over het algemeen niet in de concentratiekampen van de Duitsers terecht?




A
Joden
B
Christenen
C
Sinti & Roma's
D
Mensen die homo- of lesbisch waren.

Slide 2 - Quiz


➤De Tweede Wereldoorlog duurde van:




A
1940 - 1945
B
1939 - 1944
C
1914 - 1918
D
1939 - 1945

Slide 3 - Quiz


➤Welke Nederlandse stad werd in het begin van de Tweede Wereldoorlog gebombardeerd?




A
Amsterdam
B
Den Haag
C
Rotterdam
D
Utrecht

Slide 4 - Quiz


➤Met welk land sloot Hitler voor de Tweede Wereldoorlog een niet-aanvalsverdrag?




A
Frankrijk
B
Groot-Brittannië
C
Sovjet-Unie
D
Tsjechoslowakije

Slide 5 - Quiz


➤De Tweede Wereldoorlog in Nederland begon op:




A
5 mei 1940
B
8 mei 1940
C
10 mei 1940
D
15 mei 1940

Slide 6 - Quiz


Met welke aanval werden de Verenigde Staten bij de Tweede Wereldoorlog betrokken?
A
Stalingrad
B
D-Day
C
Berlijn
D
Pearl Harbor

Slide 7 - Quiz


➤Welk land stond in de Tweede Wereldoorlog aan de kant van Duitsland?




A
Denemarken
B
Sovjet-Unie
C
Roemenië
D
Zweden

Slide 8 - Quiz


➤Door welke gebeurtenis eindigde de Tweede Wereldoorlog?




A
De atoombom op Hiroshima en Nagasaki
B
De val van Berlijn
C
D-Day
D
Stalingrad

Slide 9 - Quiz


➤Welke gebeurtenis maakte dat de Sovjet-Unie een bondgenoot van de geallieerden werd?




A
De aanval op Rusland
B
De Russische Revolutie
C
De aanval op Pearl Harbor
D
Het niet-aanvalsverdrag van 1939

Slide 10 - Quiz


➤Welke 2 landen tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn bekend door hun gewelddadige en wrede acties?




A
Italië & Frankrijk
B
Frankrijk & België
C
Japan & Nazi-Duitsland
D
VS & Japan

Slide 11 - Quiz


Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog werd er een verdrag gesloten. Hoe heet dit verdrag?
A
Verdrag van Munchen
B
Niet aanvalsverdrag tussen de Sovjet-Unie en Duitsland
C
Verdrag van Verlatinghe
D
Verdrag van Versailles

Slide 12 - Quiz


Klik op de bron hiernaast. Lees de tekst en bekijk de bron

➤ Bij welk begrip past deze bron?



A
Antisemitisme
B
Ghetto's
C
Collaboratie
D
Rassenleer

Slide 13 - Quiz


Een land met een dictatuur is een ....
A
Democratie staat
B
Collaboratie staat
C
Totalitaire staat
D
Antisemitische staat

Slide 14 - Quiz


Wat is een ander woord voor Jodenhaat?
A
Nationaal-Socialisme
B
Antisemitisme
C
Rassenleer
D
NSDAP

Slide 15 - Quiz



De kaarten laten verschillende troepenbewegingen zien tijdens de Tweede Wereldoorlog.

➤Wat is de juiste volgorde?







A
Eerst 2, dan 3, vervolgens 1 en ten slotte 4.
B
Eerst 2, dan 4, vervolgens 3 en ten slotte 1.
C
Eerst 1, dan 2, vervolgens 3 en ten slotte 4.
D
Eerst 4, dan 2, vervolgens 1 en ten slotte 3.

Slide 16 - Quiz


Hieronder staan vier beweringen over de Jodenvervolging in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog.
➤Welke bewering is juist?









A
Alleen Joden waren niet verplicht een persoonsbewijs bij zich te hebben.
B
Het grootste deel van de Joden kon de oorlog overleven dankzij de mogelijkheid om onder te duiken.
C
Joden werden vervolgd omdat zij de macht wilden grijpen in een land.
D
Joden werden afgevoerd naar doorgangskamp Westerbork, en daarna na vernietigingskampen.

Slide 17 - Quiz

➤Klik op de prikkers. Lees de tekst.
Combineer de onderstaande zinnen met het juiste land, door ze naar de vlaggen op de kaart te slepen.

Je houdt 3 landen over !







Land dat werd veroverd tijdens de Blitzkrieg van mei 1940.
Dit land is nooit door de Duitsers veroverd. Dat kwam onder andere doordat de piloten van dit land zo dapper vochten.
Bij de aanval op dit land verbrak Duitsland het "niet-aanvals-verdrag" uit 1939. 
Hier kwamen de geallieerden in 1944 aan land met een invasie.

Slide 18 - Drag question

Beschrijf de 4 stappen van de vervolging van Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Slide 19 - Open question

Noem een oorzaak hoe Hitler aan de macht kon komen.
Noem daarna een passend gevolg van jouw beschreven oorzaak.

Slide 20 - Open question

Op een gegeven moment verloren Japan en Duitsland steeds meer. Dit zijn de kantelpunten van WO2.

Benoem twee gebeurtenissen & uitleg waarom.

Slide 21 - Open question

Welke twee kenmerkende aspecten passen het best bij deze bron? Leg je antwoorden uit en verwijs steeds naar de bron.

Slide 22 - Open question

Geef een duidelijk verschil tussen de NSB en het Verzet.

Slide 23 - Open question

Klik op de bron.

Welke twee partijen vochten hier tegen elkaar?

Slide 24 - Open question

De schrijver herinnert zich een periode in het westen van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog.

a. Hoe heet deze periode?
b. Leg uit hoe de spoorwegstaking dit verergerd heeft.

Slide 25 - Open question


Italië was een bontgenoot van Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Wie was destijds de leider van Italië?


A
Churchill
B
Mussolini
C
Hitler
D
Stalin

Slide 26 - Quiz

Klik op de prikkers. Lees dan de tekst.
Boven de tijdbalk staan verschillende data uit het jaar 1940. 
➤Sleep bij de volgende gebeurtenissen naar de juiste dag.







Nederland geeft zich over.
Rotterdam wordt gebombardeerd.
Duitsland valt Nederland aan.

Slide 27 - Drag question

De Tweede Wereldoorlog
Proefwerk

Slide 28 - Slide


➤In welk jaar gingen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten meedoen met de Tweede Wereldoorlog?




A
1939
B
1940
C
1941
D
1942

Slide 29 - Quiz


Duitsland heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog veel landen aangevallen, waaronder Frankrijk, Polen en de Sovjet-unie.

Welke titel hoort bij de kaart van Europa?




A
bondgenoten van Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog
B
Duitsland, bondgenoten en door Duitsland bezette gebieden
C
landen die deelnemen aan de Tweede Wereldoorlog
D
lidstaten van de geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog

Slide 30 - Quiz

Sleep de namen van de leiders en de vlaggen van landen waar ze vandaan komen naar de juiste persoon in de foto.
Churchill
Stalin
Roosevelt

Slide 31 - Drag question