H7.3 Zuid-Korea: Vrijheid en welvaart

H3.3: Zuid-Korea: vrijheid en welvaart
  • Hoe komt het dat Zuid-Korea  
      nu niet meer arm is, maar rijk?
Waar ligt Zuid-Korea
1 / 32
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H3.3: Zuid-Korea: vrijheid en welvaart
  • Hoe komt het dat Zuid-Korea  
      nu niet meer arm is, maar rijk?
Waar ligt Zuid-Korea

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide


     Communistische dictatuur, planeconomie, zelfvoorzienend

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Zuid-Korea:

  • Democratie: mensen kiezen eigen regering! 
  • Vrijemarkt economie: bedrijven bepalen zelf wat, hoe en hoeveel ze produceren. Er wordt winst gemaakt. 
  • Veel export (=uitvoer): gemaakte producten worden verkocht aan het buitenland. Hierdoor is Zuid-Korea een welvarend land.

Slide 10 - Slide



Democratie en vrijemarkteconomie

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Hoe hebben ze dit dan voor elkaar gekregen?!
  • Modernisering platteland
  • Ontwikkeling industrie
  • Verbetering onderwijs
- eerlijke verdeling grond tussen de boeren
- samenwerking tussen boeren -> groei productie -> meer verdienen
kant en klare producten voor buitenland maken. 
zware industrie: fabrieken die veel delfstoffen gebruiken.
conglomeraten: grote bedrijven (Hyundai, Samsung, Kia) met vestigingen in veel landen, die veel verschillende producten maken.

Slide 13 - Slide

Lichte industrie 

1. Kant en klare producten

2. Direct op consument gericht

3. Voorbeelden: kleding, meubels, föhn, koelkast, computer, afwasmachine 






Zware industrie

1. grondstoffen die verwerkt worden, maar nog niet ''af'' zijn
2. niet direct gericht op consument
3.  mijnbouw, staalindustrie, machine-industrie, chemische industrie 

Slide 14 - Slide

Door de 3 maatregelen              werd Zuid-Korea snel rijker. 
Kregen minder ontwikkelingshulp. Nu ook democratie en geven ontwikkelingshulp aan andere landenop allerlei gebied!
1. Modernisering platteland
2. Ontwikkeling industrie
3. Verbetering onderwijs

Slide 15 - Slide

H7 § 3. 
Noord Korea = niet welvarend              Zuid Korea = zeer welvarend

Slide 16 - Slide

Songdo B189 B190
Songdo International Business District (IBD)

- smart city  ontworpen voor voetgangers
- veel parken, speeltoestellen en woontorens
- overal super snelle netwerkverbindingen
- alles wordt geregistreerd = bezette parkeerplaatsen, energieverbruik     gebouwen , drukte op wegen
- in elk appartement een tv-scherm met ingebouwde camera

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

H7
Wat weten we allemaal al?

Slide 19 - Slide

Welke bestuursvorm heeft Noord-Korea?
A
Communistische dictatuur
B
Democratie

Slide 20 - Quiz

Wat voor economie heeft Noord-Korea?
A
Vrijemarkteconomie
B
Planeconomie

Slide 21 - Quiz

Wat betekent
zelfvoorzienend

Slide 22 - Mind map

Wat voor economie heeft Zuid-Korea?
A
Vrijemarkteconomie
B
Planeconomie

Slide 23 - Quiz

Welke bestuursvorm heeft Zuid-Korea?
A
Communistische dictatuur
B
Democratie

Slide 24 - Quiz

Een ander woord voor "export" is .....
(één woord)

Slide 25 - Open question

Wat is "export" eigenlijk?
A
Goederen naar jouw land halen
B
Goederen vanuit jouw land verkopen aan anderen

Slide 26 - Quiz

Lichte industrie is het maken van
A
Kant en klare eindproducten
B
Producten die nog bewerkt moeten

Slide 27 - Quiz

Een conglomeraat/Cheabols is een bedrijf dat wereldwijd veel producten maakt.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quiz

Geef een voorbeeld van een Zuid-Koreaanse conglomeraat/Cheabols

Slide 29 - Open question

Hoog sterftecijfer
Exclusieve Economische Zone
Democratie
Dictatuur
Vrije markt economie
Planeconomie
Laag geboortecijfer
Hoog BNP
Conglomeraat/chaebols
Samsung
Apple

Slide 30 - Drag question

Slide 31 - Slide

H3.3: Zuid-Korea: vrijheid en welvaart
  • Beschrijf waar Zuid-Korea precies ligt?
  • Hoe komt het dat Zuid-Korea nu niet meer arm is, maar rijk?

Neem je aantekenschrift en geef zo uitgebreid mogelijk antwoord op de volgende vragen:

Slide 32 - Slide