AFP 2 Thema 3 (Hart- en vaatziekten)

• AFP
• MBO
• Studiejaar 1

AFP 2 Thema 3 (Hart- en vaatziekten)

AFP 1 - Les 1

Anatomie, Fysiologie, Pathologie 2 - 

Thema 3

Weekplanning

• Herhaling AFP 1: De koolhydraatvertering, vetvertering en eiwitvertering
• Thema 1: Bloedsomloop
• Thema 2: Hart
• Thema 3: Hart- en vaatziekten
• Thema 4: Hormoonstelsel
• Thema 5: Hormoonproductie en rollen
• Herhalingsles

Leerdoelen - T3 HVZ

Jij:

• Kunt veelvoorkomende hart- en vaatziekten (zoals coronaire hartziekte, hypertensie, beroerte, diabetes) herkennen
  
• Kunt de basisprincipes van preventie en management van veelvoorkomende hart- en vaatziekten (zoals coronaire hartziekte, hypertensie, beroerte, diabetes) beschrijven.
• Kunt de invloed van leefstijlfactoren zoals voeding, lichaamsbeweging, roken en stress op het hart- en vaatstelsel beschrijven.
• Kent preventieve maatregelen voor hart- en vaatziekten, zoals het belang van een gezond dieet, regelmatige lichaamsbeweging en het vermijden van risicofactoren.

Herhaling T2 Hart

Wat is de systolische (boven) druk?

1. de druk in de ader tijdens een golf bloed
2. onderdruk
3. de druk in de slagader tijdens een golf bloed
4. ontspanningsfase

Iemand heeft een bloeddruk van 150/90, deze persoon heeft een...

1. Hoge bloeddruk
2. Gezonde bloeddruk
3. Lage bloeddruk

Je bloeddruk wordt ook beïnvloed door
bv stress of activiteit.
Hoe gaat daardoor de bloeddruk omhoog?

1. De spieren rondom de slagaders trekken samen
2. Het hart gaat meer druk zetten
3. De spieren rondom de slagaders ontspannen
4. Het bloedvolume wordt meer

Bloeddruk - het hart

Systolisch

Diastolisch

Rust

Druk

Bloeddruk - hartcyclus

Bovendruk

Onderdruk

Bloeddruk - meten

Bloeddruk - regulatie

ml/slag

voor - na

Medische relevantie:

Schema wordt gebruikt voor het onderzoeken en bepalen van bloeddrukproblemen.

X

Oefenopgave 1

1. Meneer X heeft een slagvolume van 70ml. Hij heeft een hartfrequentie van 60 slagen/ minuut.

    Hoeveel bedraagt zijn cardiac output?

2. Meneer X heeft een bloeddruk van 140/90 mmHG. Bereken de gemiddelde bloeddruk. 

3. Heeft meneer X een normale, hoge of lage bloeddruk?

Oefenopgave 2

1. Mevrouw X heeft een slagvolume van 55 ml. Ze heeft een hartfrequentie van 75 slagen/ minuut. Hoeveel bedraagt haar cardiac output?

2. Mevrouw heeft een bloeddruk van 90/60 mmHG. Bereken de gemiddelde bloeddruk. 

3. Heeft mevrouw X een normale, hoge of lage bloeddruk?

Leerdoelen - T3 HVZ

Jij:

• Kunt veelvoorkomende hart- en vaatziekten (zoals coronaire hartziekte, hypertensie, beroerte, diabetes) herkennen
  
• Kunt de basisprincipes van preventie en management van veelvoorkomende hart- en vaatziekten (zoals coronaire hartziekte, hypertensie, beroerte, diabetes) beschrijven.
• Kunt de invloed van leefstijlfactoren zoals voeding, lichaamsbeweging, roken en stress op het hart- en vaatstelsel beschrijven.
• Kent preventieve maatregelen voor hart- en vaatziekten, zoals het belang van een gezond dieet, regelmatige lichaamsbeweging en het vermijden van risicofactoren.

T3 Inleiding op HVZ

Samenvatting maken T3 HVZ

HVZ (veelvoorkomende)	Beschrijving ziekte	Invloed van ongezond gedrag/leefstijlfactoren op deze ziekte	Preventieve (leefstijl) maatregelen voor het voorkomen van ziekte
Coronaire hartziekten
Hypertensie
Beroerte
Diabetes type 2