les 1 Zuivel Basis

Les 1 Zuivel Basis
1 / 28
next
Slide 1: Slide
VoedingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Les 1 Zuivel Basis

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Weekplanning
Les 1: Inleiding in de melkkunde
Les 2: Kwaliteitseisen
Les 3: Melksamenstelling
Les 4: Behandeling melk
Les 5: Yoghurt
Les 6: Boter 

Toets

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning
  • Cijfers in de Melkindustrie
  • Lactatie
  • Melksamenstelling
  • Aan de slag!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Jij:
  • Kan de melksamenstelling benoemen.
  • Kan de veranderingen van de melk tijdens de lactatieperiode benoemen.
  • Kan factoren benoemen die invloed hebben op de melksamenstelling.


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Nieuwe cijfers
2021: 53 zuivelfabrieken in Nederland

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat valt je op aan de cijfers?

Slide 7 - Open question

Er zijn steeds minder bedrijven die meer koeien houden, ook de melkproductie per koe gaat omhoog.

Slide 8 - Slide

Om de beruchte melkplassen en boterbergen terug te dringen was in 1984 het systeem van melkquota ingevoerd. Tot 2015 was deze melkquota van kracht. dit bepaald hoeveel melk er geproduceerd mag worden. Sinds 2015 is dit afgeschaft en mag je zoveel melk produceren als je wilt. Het quotum werd afgeschaft omdat boeren wilden kunnen groeien om te blijven concurreren met melkveehouders van buiten Europa.
In de volgende slide wordt een filmpje van schoolTV getoond.  Klik op de link om het filmpje te openen. 
Beantwoord de volgende vragen: 
  • Hoe lang geeft een koe melk?
  • Wat gebeurt er met melk waarin bloedsporen zitten?
  • Op welke temperatuur wordt de melk bewaard?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Hoe lang geeft een koe melk?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Wat gebeurt er met melk waarin bloedsporen zitten?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Op welke temperatuur wordt de melk bewaard bij de boer?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Hoe maakt een koe de melk?

Slide 14 - Slide

Vraag aan de klas hoe dit gebeurd?
in de volgende film wordt dit uitgelegd.

Slide 15 - Link

This item has no instructions

Uitleg afbeelding

Slide 16 - Slide

Melkkanaal: De melk komt uit de melkcellen en wordt afgevoerd naar de melkboezem via het melkkanaal.
Melkboezem: Hier wordt de melk opgeslagen alvorens het via de speen onder invloed van oxytocine het uier verlaat.
Ring van Furstenberg: De ring van Furstenberg zorgt voor de afscheiding tussen de melkboezem en de tepelholte.
Tepelholte: In de tepelholte bevindt zich een wasachtige stof, keratine genaamd. Keratine zorgt voor een natuurlijke barrière tegen het binnendringen van bacteriën.
Sluitspier: De sluitspier zorgt voor het afsluiten en open gaan van de speen na en voor het melken. Het is belangrijk dat de sluitspier goed werkt. Zo kunnen bacteriën namelijk niet gauw binnen dringen.
Melk proeven
Jullie gaan verschillende soorten melk 
proeven. Noteer de verschillen.

Volle melk          
Halfvolle melk  
Magere melk    

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Melk proeven
Vetgehalte verschillende soorten melk

Rauwe melk      4,4% vet
Volle melk          3,5% vet
Halfvolle melk  1,5% vet
Magere melk     0,5% vet

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Uitleg

Slide 19 - Slide

Een koe is net als de mens 9 maanden zwanger.

Koemelk heeft net na afkalven een bijzondere samenstelling. Deze melk noemen we biest. Biest heeft wel 33% droge stof. In de biest zitten veel meer vetten en eiwitten dan in gewone melk. Biest heeft ongeveer 20% eiwit. Een belangrijk deel hiervan van antistoffen of immunoglobulinen. Hierdoor is biest is een wonderdrank voor het kalf. Immunoglobulinen worden ook wel serumeiwitten genoemd. Het kalf kan deze de eerste 36 uur opnemen in de bloedbaan. Het kalf is door de antistoffen beschermd tegen de eerste ziekteverwekkers.

Na drie dagen is de melk van de koe weer normaal. Door de lactatie heen verandert de samenstelling vaak nog een klein beetje. Koeien aan het begin van de lactatie hebben vaak lagere gehalten dan op de piek van de lactatie(150-200) dagen. Aan het einde van de lactatie is het vetgehalte vaak iets hoger. (zie grafiek) Biest is niet meer zo uniek als vroeger.
Wat zou er kunnen veranderen in de melk tijdens de lactatieperiode?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Veranderingen melk tijdens lactatie
Tijdens de lactatie verandert er wat aan de melk:
  • De hoeveelheid melk neemt eerst snel toe en dan langzaam af.
  • Het vetgehalte daalt eerst wat en wordt daarna steeds hoger.
  • De grootte van de vetbolletjes wordt steeds kleiner.
  • Het eiwitgehalte neemt eerst af en daarna steeds toe.
  • Het calciumgehalte is eerst hoog maar neemt steeds meer af.






Slide 21 - Slide

vraag aan de studenten waarom deze veranderingen plaatsvinden.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Luister mij

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

uitleg

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Welke factoren kunnen invloed hebben op de samenstelling van de melk?

Slide 25 - Mind map

This item has no instructions

Invloed samenstelling koemelk
De getallen zijn gemiddelden.

  • Net na de geboorte van een kalfje (start lactatie) is de samenstelling anders dan aan het einde van de lactatie.
  • De ene koe heeft meer eiwit en/of vet in de melk dan de andere koe.
  • Het ene ras levert vettere melk of melk met meer eiwit dan het andere ras.
  • ‘s Zomers is de melksamenstelling anders dan ‘s winters.
  • ‘s Morgens is de melksamenstelling anders dan ’s avonds.





Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
  • Maak de vragen van deze les. (staan in cumlaude)
  • Vragen bespreken.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen check
Jij:
• Kan de melksamenstelling benoemen.
• Kan de veranderingen van de melk tijdens de lactatieperiode benoemen.
• Kan factoren benoemen die invloed hebben op de melksamenstelling.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions