Lesvb. 27-02-2024

Programme du cours de mardi 9/2
Sujet: 
1. la meilleure innovation de ces derniers temps (description, fonctionnalité(s), influence sur notre vie, ton opinion)
  • Comment utiliser les sources de la méthode
  • Rétroaction à propos des réactions du cours de lundi.

2. l'innovation la plus inutile ou la plus inquiétante (description, fonctionnalité(s), influence sur notre vie, ton opinion (aspects positifs et négatifs)
Bienvenue au cours 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Programme du cours de mardi 9/2
Sujet: 
1. la meilleure innovation de ces derniers temps (description, fonctionnalité(s), influence sur notre vie, ton opinion)
  • Comment utiliser les sources de la méthode
  • Rétroaction à propos des réactions du cours de lundi.

2. l'innovation la plus inutile ou la plus inquiétante (description, fonctionnalité(s), influence sur notre vie, ton opinion (aspects positifs et négatifs)
Bienvenue au cours 

Slide 1 - Slide

Mardi, le 27 février 2024 
K: Planning toetsen
K: Répétion La voix passive & le mot WAT en français (voor wie wi) 
K: Nakijken exercice 37 et 38 (avec corrigé)
Z: Au travail : zie volgende slide 



Slide 2 - Slide

Planning toetsen
Idioomtoets                15 maart 2024 

Grammaticatoets      8 maart 2024

Schrijftoets                 29 maart 2024       

Slide 3 - Slide

Qu'est-ce que tu peux faire?
1 Leren vocabulaire A, B et C
2 Grandes Lignes: Lire C Exercice 33 (extra oefenen lezen = keuze)
3 Lire C Exercice 35 
4 Afronden Écrire des lettres oefenbrief 1 (voor vrijdag 1 maart)

Slide 4 - Slide

Vergelijk de volgende zinnen:

1 Het kind plukt de bloem.

2 De bloem wordt geplukt door het kind.

1 Bedrijvende of actieve vorm

2 Lijdende of passieve vorm   

Slide 5 - Slide


1 De kat eet de muis.               

2 De muis wordt door de kat opgegeten.

- Het lijdend voorwerp is onderwerp geworden. 
- Het onderwerp de kat is omgezet in een bepaling, ingeleid door het voorzetsel door. 
Deze bepaling heet 'bepaling van de handelende persoon' of 'agens'.  

Slide 6 - Slide

Aujourd'hui on appelle Strasbourg la capitale européenne.
On  = onderwerp
appelle = persoonsvorm
Strasbourg = lijdend voorwerp

Aujourd'hui Strasbourg est appelé(e) la capitale européenne. 

Slide 7 - Slide

Een actieve zin omzetten in een passieve zin.

1 Lijdend voorwerp wordt onderwerp
2 Bepaal de tijd van de actieve zin en zet être in dezelfde tijd in de passieve zin
4 Zet het hoofdwerkwoord uit de actieve zin om in een voltooid deelwoord in de passieve zin.
5 Onderwerp uit actieve zin komt achter par

Slide 8 - Slide

Zet de zin in de lijdende vorm
Philippe Claudel a écrit le livre 'La petite fille de monsieur Linh'.


Slide 9 - Open question

Zet de zin in de lijdende vorm
L'université organisera une journée portes ouvertes.

Slide 10 - Open question

.......... tu penses? Travailler dans un bar bien sûr!
A
Qu'est-ce que
B
Quel
C
Qu'est-ce qui
D
Que

Slide 11 - Quiz

Le mot WAT en français 

Slide 12 - Slide

.... te plairait, toi?
A
Qu'est-ce que
B
Quel
C
Qu'est-ce qui
D
Que

Slide 13 - Quiz

..... voudrais-tu faire comme petit boulot?
A
Que
B
Quel
C
Qu'est-ce qui
D
Qu'est-ce que

Slide 14 - Quiz

.......... je n'aime pas, c'est l'influence négative qu'elle pourrait avoir sur les jeunes.
A
Ce qui
B
Ce que
C
Qu'est-ce qui

Slide 15 - Quiz

Moi, je m'appelle Annabel et toi?
...... est ton nom?
A
Qu'est-ce qui
B
Que
C
Quel
D
Quelle

Slide 16 - Quiz

Vervoeg:
valoir - futur simple - il ...
timer
0:25

Slide 17 - Open question

Vervoeg:
valoir - conditionnel - il
timer
0:25

Slide 18 - Open question

Vervoeg:
craindre - futur simple - tu
timer
0:25

Slide 19 - Open question

Vervoeg:
résoudre - présent - il
timer
0:25

Slide 20 - Open question

Vervoeg:
craindre - passé composé - vous
timer
0:25

Slide 21 - Open question

Vervoeg:
résoudre - imparfait - nous
timer
0:25

Slide 22 - Open question

Vervoeg:
lire - présent - je
timer
0:25

Slide 23 - Open question

Vervoeg:
résoudre - futur simple - elles
timer
0:25

Slide 24 - Open question

Vervoeg:
lire - conditionnel - tu
timer
0:25

Slide 25 - Open question

Vervoeg:
lire - passé composé - vous
timer
0:25

Slide 26 - Open question