Tekstgerichte vragen:
In welke landen komen vooral veel oliepalmplantages voor?
Schrijf acht verschillende producten met palmolie op die in de tekst worden genoemd.
Zet de volgende zinnen in de juiste volgorde:
1. De olie wordt vervoerd naar tankstations en fabrieken.
2. De vruchten gaan naar verwerkingsmolens.
3. De palmolie wordt gezuiverd.
4. Regenwouden worden verbrand en gekapt.
Waarom is het niet per se goed om alle producten met palmolie vanaf nu te ontwijken?
Wat heb jij liever, een koekje zonder olie (en dus misschien minder knapperig of lekker) of een koekje met (palm)olie? Leg je antwoord uit.
Bedenk een nieuwe titel voor de tekst.