What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3 HAVO Werkwoorden Herhaling
3 HAVO Franse werkwoorden
herhaling
1 / 41
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
41 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
3 HAVO Franse werkwoorden
herhaling
Slide 1 - Slide
Rappel: 2 typen ww
In het Frans hebben we twee typen werkwoorden:
- regelmatige ww
- onregelmatige ww
Slide 2 - Slide
Regelmatige ww
Slide 3 - Mind map
Wat betekenen onderstaande regelmatige ww? Maak de juiste combinaties.
donner
regarder
choisir
finir
vendre
répondre
réussir
rendre
parler
beantwoorden
kijken
verkopen
teruggeven
beëindigen
praten, spreken
geven
slagen
kiezen
Slide 4 - Drag question
Onregelmatige ww
Slide 5 - Mind map
Wat betekenen onderstaande onregelmatige ww? Maak de juiste combinaties.
avoir
être
faire
aller
pouvoir
vouloir
prendre
dire
voir
zien
willen
doen, maken
zijn
zeggen
gaan
kunnen, mogen
hebben
nemen
Slide 6 - Drag question
Rappel: Werkwoordstijden
Jullie zouden de volgende werkwoordstijden moeten kennen:
- présent
- passé composé
- imparfait
- futur simple
Slide 7 - Slide
Welke tijd?
Je regarde un film.
A
présent
B
passé composé
C
imparfait
D
futur simple
Slide 8 - Quiz
Welke tijd?
Elle a fini le livre.
A
présent
B
passé composé
C
imparfait
D
futur simple
Slide 9 - Quiz
Welke tijd?
Nous regarderons un film.
A
présent
B
passé composé
C
imparfait
D
futur simple
Slide 10 - Quiz
Welke tijd?
Mes parents vendent la maison.
A
présent
B
passé composé
C
imparfait
D
futur simple
Slide 11 - Quiz
Welke tijd?
Hier, j'étais en France.
A
présent
B
passé composé
C
imparfait
D
futur simple
Slide 12 - Quiz
Welke tijd?
J'ai été en Italie.
A
présent
B
passé composé
C
imparfait
D
futur simple
Slide 13 - Quiz
Welke tijd?
Elle a fini le livre.
A
présent
B
passé composé
C
imparfait
D
futur simple
Slide 14 - Quiz
Welke tijd?
Elle mangera une pizza.
A
présent
B
passé composé
C
imparfait
D
futur simple
Slide 15 - Quiz
Welke tijd?
Farida est allée au Maroc.
A
présent
B
passé composé
C
imparfait
D
futur simple
Slide 16 - Quiz
Welke tijd?
Avant nous obéissions toujours le prof.
A
présent
B
passé composé
C
imparfait
D
futur simple
Slide 17 - Quiz
Bekende tijden (1):
-
Présent
(tegenwoordige tijd)
Bijv. Je regarde (= ik kijk), je choisis (= ik kies), je vends (= ik verkoop) >>
Regelmatige ww: STAM + uitgang.
Bijv. Je suis (= ik ben), j'ai (= ik heb), je peux (= ik kan)
>>
Onregelmatige ww: présent uit je hoofd leren.
Slide 18 - Slide
Bekende tijden (2):
-
Passé composé
(voltooid tegenwoordige tijd)
Bijv. J'ai regardé = Ik heb gekeken
J'ai eu = Ik heb gehad
Vorming:
Vorm van hulpww AVOIR/ÊTRE + voltooid deelwoord
Slide 19 - Slide
Bekende tijden (4):
-
Futur simple
(onvoltooid toekomende tijd)
Bijv. Je regarderai = Ik zal kijken
Vorming:
STAM = nous-vorm présent + uitgangen imparfait:
>> je/tu (
+ ai
), il/elle/on (
+ as
), nous (
+ons
), vous (
+ez
), ils/elles (+
ont
)
Slide 20 - Slide
Bekende tijden (3):
-
Imparfait
(onvoltooid verleden tijd)
Bijv. Je regardais = Ik keek
Nous finissions = Wij beëndigden
Vorming:
STAM = nous-vorm présent + uitgangen imparfait:
>> je/tu (
+ ais
), il/elle/on (
+ ait
), nous (
+ions
), vous (
+iez
), ils/elles (+
aient
)
Slide 21 - Slide
Futur simple (o.t.t.t)
Je donner
ai Ik zal geven
Tu donner
as Jij zal geven
Il/elle/on donner
a Hij/zij/men zal geven
Nous donner
ons Wij zullen geven
Vous donner
ez Jullie zullen geven, u zal geven
Ils/elles donner
ont Zij zullen geven
>> Wat valt je op? Waar ken je de uitgangen van?
Slide 22 - Slide
Wat valt je op?
Slide 23 - Mind map
Conditionnel (O.V.T.T.)
Je donner
ais Ik zou geven
Tu donner
ais Jij zou geven
Il/elle/on donner
ait Hij/zij/men zou geven
Nous donner
ions Wij zouden geven
Vous donner
iez Jullie zouden geven, u zou geven
Ils/elles donner
aient Zij zouden geven
>> Wat valt je op? Waar ken je de uitgangen van?
Slide 24 - Slide
Wat valt je op?
Slide 25 - Mind map
Hij zal vergeten =
Il ....
A
oublieras
B
oublierais
C
oubliera
D
oublierais
Slide 26 - Quiz
Wij zouden willen =
Nous ....
A
voudrons
B
voudrez
C
voudrions
D
voudriez
Slide 27 - Quiz
Ik zou willen =
Je ....
A
voudrai
B
voudrais
C
voudra
D
voudrait
Slide 28 - Quiz
U zal hebben =
Vous ....
A
aurez
B
auriez
C
auront
D
auraient
Slide 29 - Quiz
De leerlingen zouden zijn...
Les élèves....
A
serez
B
seriez
C
seront
D
seraient
Slide 30 - Quiz
Jij zou kiezen...
Tu ...
A
choisiras
B
choisirais
C
choisirai
D
choisirait
Slide 31 - Quiz
Jij zou kiezen...
Tu ...
A
choisiras
B
choisirais
C
choisirai
D
choisirait
Slide 32 - Quiz
Vertaal:
Jij zal geven = Tu (donner, futur)
Slide 33 - Open question
Vertaal:
Jullie zullen eten = Vous (manger, futur)
Slide 34 - Open question
Vertaal:
Zij zullen verkopen = Ils (vendre, futur)
Slide 35 - Open question
Vertaal:
Wij zullen zijn = Nous (être, futur)
Slide 36 - Open question
Vertaal:
Zij zal doen = Elle (faire, futur)
Slide 37 - Open question
Vertaal: Ik zou kunnen =
Je (pouvoir, conditionnel)
Slide 38 - Open question
Vertaal: Jij zou kiezen =
Tu (choisir, conditionnel)
Slide 39 - Open question
Vertaal: Men zou teruggeven =
On (rendre, conditionnel)
Slide 40 - Open question
Vertaal: Marc zou hebben =
Marc (avoir, conditionnel)
Slide 41 - Open question
More lessons like this
3HV Werkwoorden periode 1
February 2021
- Lesson with
42 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
5V - Chapitre 1 - Grammaire C
October 2021
- Lesson with
44 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Herkennen en vertalen imparfait en futur 3 Havo
October 2023
- Lesson with
15 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
havo 4 vendredi 23 avril
April 2021
- Lesson with
32 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Onreg ww: 6 tijden avoir, être, faire, aller, pouvoir, vouloir
April 2021
- Lesson with
35 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
avoir être faire havo 4
November 2021
- Lesson with
30 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Regelmatige werkwoorden eindigen op -ir, -er, -re (5 tijden) - 13-09-23
April 2023
- Lesson with
42 slides
Frans
Middelbare school
vmbo g, havo
Leerjaar 3
23.2 - futur proche - futur simple - conditionnel - toetsweek 2
September 2024
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3